Samenvatting
Deze bundel bevat verschillende monologen uit toneelstukken van lang tot korter geleden. Van Aischylos tot Wittenbols. Oude, en misschien wel nieuwe klassiekers. Én een welgemeende tip van de samenstellers: “Mocht u tijdens het lezen van dit boek monologen tegenkomen die uw fantasie prikkelen of taal bevatten die tot u spreekt op een manier die u wellicht niet helemaal kan duiden, stop dan niet bij de monoloog. Zoek de toneelstukken op waar deze monologen uit komen en verrijk uzelf met de context en verborgen pareltjes die schuilgaan achter de teksten die u in dit boek zult vinden. Dit boek is een verzameling van de, in onze ogen, mooiste, meest ontroerende monologen. Of de monologen die typerend waren voor de desbetreffende schrijver of periode waarin het geschreven werd. Dit zijn de greatest hits. Ze zijn ook slechts het topje van de ijsberg. Onder deze monologen ligt een zee aan schoonheid, klaar om door u ontdekt of herontdekt te worden.” De monoloog is niet alleen een sterk staaltje taalvirtuositeit van vroegere tijden, zeker ook in hedendaags toneelwerk behoudt hij zijn waarde; als deel van een groter geheel, of als eenakter op zich. De samenstellers, Marlies Bosmans, Job Römer en David van Uuden hebben 125 monologen verzameld voor acteurs en actrices, voor nieuwsgierige lezers, voor toneellezers die van taal houden, voor iedereen die zich wil inleven in personages die zich uitspreken. Met o.a. monologen van Euripides, Shakespeare, Joost van den Vondel, Ibsen, Tsjechov, Eugene O’Neill, Tennessee Williams, Ionesco, Hugo Claus, Harold Pinter, Judith Herzberg, Frans Strijards, Sarah Kane, Lars Norén, Don Duyns, Lot Vekemans, Tom Lanoye, Nathan Vecht, Koen Caris.