Fragment
‘Begrijpt u mij niet verkeerd Abbé. Het is een grote eer door u gevraagd te worden. Toch
kan ik het aanbod niet accepteren. Mijn weg leidt mij in een andere richting. De reis van mijn
ontwikkeling is nog niet ten einde.‘ Ditmar sprak de wens uit dat zij zich in de toekomst nog
eens zouden ontmoeten. Hij wist niet waarom, maar zijn pad leidde naar het westen. Terug
naar het Einde van de Wereld? Misschien later, eerst wilde de herboren pelgrim Uesca
bezoeken. Daar ervoer hij dan vanzelf in welke richting hij verder moest reizen.
Het afscheid was allervriendelijkst geweest. Fra Aegidius kon als meest emotionele mens
zijn tranen niet onderdrukken. Hij was een eenvoudig man en had in korte tijd een sterke
band met hun gastheer opgebouwd. De andere broeders kregen het hierdoor ook moeilijker.
‘Neemt u me niet kwalijk broeder Ditmar, afscheid nemen van een goed mens valt me
altijd zwaar.’ Ditmar wuifde de excuses weg en omarmde de huilende frater nog een laatste
maal.
‘Een omarming tussen twee mensen is de kortste weg van hart tot hart. Daar is de liefde
puur. Goede reis vrienden, ik wens u een behouden thuiskomst.’ Daarna had hij zich abrupt
omgedraaid en was het pad naar het westen ingeslagen.
×