Samenvatting
De correspondentie van Erasmus is een van de meest interessante briefwisselingen die de wereldliteratuur heeft voortgebracht. In dit tiende deel van de integrale uitgave van alle 3141 brieven van en aan Erasmus zijn de brieven opgenomen die werden geschreven van april 1523 tot eind december 1524. Dit deel is vertaald door Frans Slits.
In de jaren twintig van de zestiende eeuw wordt Europa politiek gedomineerd door Karel V. De grootste problemen in de gebieden van Karel waren niet van politieke of militaire, maar van sociale, economische en religieuze aard. Het grootste probleem was de westerse kerkhervorming, met de gevolgen van het optreden van Luther. Dit is het onderwerp waarvan alle brieven van Erasmus' correspondentie uit deze periode doordesemd zijn.
In september 1523 overlijdt de Nederlandse paus Adrianus VI; hij wordt opgevolgd door Clemens VII (Giulio de'Medici). Erasmus heeft er veel vertrouwen in dat Clemens Luther de wind uit de zeilen zal nemen en hij is bereid hem daarbij te helpen. Hiertoe publiceert hij in september 1524 een werk over de vrije wil, waarin hij stelling neemt tegen Luthers opvattingen daarover. Het jaar 1523 was ook het jaar van de ruzie met Ulrich von Hutten, aanvankelijk een vriend van Erasmus, die volgeling van Luther was geworden en zich ontpopte als auteur van een scherpe aanklacht tegen Erasmus. De aangeklaagde verweert zich met het geschrift De Spons, maar Hutten overlijdt op 29 augustus 1523, terwijl Erasmus' werk door Froben in Bazel gedrukt wordt. Erasmus wordt vaker aangevallen, ook van katholieke zijde: hij moet een expliciete keuze maken, voor de oude roomse kerk of voor de nieuwe beweging, in beide gevallen met alle gebreken van dien.
Speciale vermelding verdient de uitgebreide autobiografische schets, ingevoegd in brief 1437 aan Conradus Goclenius. Wat hij zegt naar aanleiding van zijn verblijf in Rome in 1509, illustreert dat hij zich niet aan een bepaalde stad of land gebonden voelde. De briefwisseling met Georg hertog van Saksen biedt een duidelijk beeld van de spannende situatie in die jaren en van Erasmus' betrokkenheid.
"Redelijkheid zonder zendingsdrang of verkettering, tolerantie, het nuchtere vermogen om te relativeren, om historisch en genuanceerd te denken; ironie, als een manier om de waarheid te blijven zeggen in oorlogstijd, wanneer elke nuance verboden is - dat zijn de kernwaarden waarmee Erasmus' humanistische erfenis geïdentificeerd kan worden. Ze behoren tot het waardevolste dat de Nederlandse beschavingsgeschiedenis heeft voortgebracht." - Heleen Pott, NRC Handelsblad
"Hier schrijft een virtuoos van behaagzucht. Erasmus is de meester van de abstractie, zelfs in zijn vleierijen." - Kees Fens, de Volkskrant