Fragment
Uit Dirk van de heuvel. Structuralisme een andere tijd
Een van de meest aantrekkelijke kanten van het Nederlands Structuralisme is dat
het werd uitgevent door dwarse vrijdenkers. Niet zomaar grappige, tegensputterende
cabaretiers en mopperaars zoals we die van TV kennen, zoals een Youp van ‘t Hek
of Maarten van Rossem, maar échte lastposten, ver voorbij het eigenwijze en vast van plan om eens goed onder je huid te kruipen zoals de Engelsen het zeggen. Denk niet aan Socrates, de principiële en verheven criticaster, maar aan Diogenes, de cynicus die de ‘aporia’, de geestelijke en culturele leegte van de eigen tijd onverbloemd en zo genant mogelijk aan de kaak stelt. Een label als ‘Structuralisme’ paste de ‘structu-
ralisten’ dan ook bepaald ongemakkelijk, in de eerste plaats de geestesvader en aanstichter ervan, Aldo van Eyck. Was hij een anarchist? wilde een journalist we-
ten: nou vooruit dan, maar dan wel één zonder bom! probeerde hij het nog enigszins goed te praten. Iemand zo radicaal als Van Eyck zou vandaag de dag niet aan
de bak komen als architect. Toen was het al moeilijk - het is een klein mirakel dat het Burgerweeshuis zo perfect en consistent is gerealiseerd - maar met BIM,
allerhande prestatiecontracten en Europese aanbeste-dingen? Piet Blom zou er ook niet makkelijk tussen komen. Herman Hertzberger vertelt nu anno 2014 op
TV hoe allerlei onderdelen uit zijn opdracht zijn gehaald voor de vernieuwing van zijn Muziekcentrum, maar niemand in het praatprogramma lijkt dit als een wezenlijk probleem op te merken. De tijd van het Structuralisme met als bloeiperiode de jaren 70, dat was een ‘andere’ tijd zoals dat heet. Het is makkelijk - en aangenaam - om in nostalgie terug te kijken. Maar de afkeer van nostalgie, die dan ook al snel bij je opkomt, als een soort voorbehoud, een bijgedachte ter zelfbescherming dat nostalgie iets
vals is en niet echt, die gedachte kun je misschien beter ook maar snel laten vallen. Laten we proberen die andere tijd inderdaad in een ander, nieuw licht te stellen, in ieder geval niet het licht van deze tijd vol van vooroordelen tegen de tijd waar ze zelf juist uit voortkomt. Laten we eens stellen - met alle bekende voorbehouden ‘on hold’ in het achterhoofd - dat het inderdaad een betere tijd was: verlicht, open, vrij, genereus, nieuwsgierig, en dat allemaal precies omdat die tijd was wat haar zo vaak verweten wordt, dat het zo’n ontzettend naïeve tijd was. Voor een andere benadering van die tijd van het Nederlands Structuralisme wil ik de volgende stellingen poneren, die tegelijk ook vragen zijn.
×