Fragment
De herontdekking van de tien boeken over architectuur van Vitruvius wordt gezien als het begin van de renaissance in de bouwkunst. Het lijkt mij, aan het begin van de nieuwe FORUM-reeks en de noodzaak die zich aandient voor een ‘renaissance’ van het vak van architect een goed moment om dit handboek er weer eens op na te slaan. In 2008 is er een prachtige Nederlandse vertaling van Ton Peters verschenen. In zijn inleiding schrijft hij: ‘Vitruvius’ ontdekking van het vierkant en de cirkel, die de proporties van het goddelijke menselijk lichaam bepaalden (…) vormt in De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch het uitgangspunt van een beschouwing over de menselijke maat in bouwwerken. Niet alleen de samenhang van de “homo circularis”en de “homo quadratus” is door Vitruvius in de oudheid al beschreven, ook heeft hij gezegd dat de tempels de ideale proporties van het menselijke lichaam moeten bezitten.’ Het aantrekkelijke van Vitruvius’ verhaal is dat hij zich niet beperkt tot bouwkundige instructies. Er is ruimte voor filosofische bespiegeling, medische en biologische beschouwingen, ethische principes, de essentie van kunst, de opbouw van al het bestaande uit elementaire deeltjes en het ontstaan van de menselijke beschaving en taal. Architectuur bestaat volgens Vitruvius uit drie onderdelen: het ontwerpen en uitvoeren van bouwwerken, het vervaardigen van zonnewijzers en uurwerken en het construeren van machines. De architect moet even integer zijn als de bouwwerken die hij voltooit. Hij mag zeker een bouwheer niet misleiden met een te lage raming van de bouwkosten. Ook is het van belang dat hij wil luisteren naar kritische geluiden, zowel van vakmensen als van leken. Maar bovenal moet hij zijn waardigheid en goede reputatie bewaren. Het is, zegt hij, immers de filosofie die de architect edelmoedig en bescheiden, eerlijk en onbaatzuchtig
maakt. In zijn esthetische principes zet hij, Vitruvius, zich vaak af tegen zijn collega’s die zich schuldig maken aan dubieuze praktijken waarbij eigen ambities en zorgen om beloning en eigen gewin belangrijker lijken dan een goed bouwwerk. Deze verkeerde mentaliteit gaat gepaard met onkunde, aldus de oude Romein: ‘architectuur wordt ernstig geschaad door mensen die zich architect noemen maar het vak niet beheersen. Een grondige opleiding en gedegen vorming zijn daarom absolute vereisten. Vitruvius vindt het dan ook niet verwonderlijk dat mensen liever het bouwen zelf ter hand nemen dan hun geld toe te vertrouwen aan een architect die zijn vak niet verstaat.’ Het biedt in deze tijd stof tot nadenken en vormt mede de aanleiding voor de nieuwe FORUM-reeks. Waar staan wij, architecten, anno 2011? We maken zeker geen zonnewijzers meer en ook vestingwerken, belegeringswerktuigen en de watervoorzieningen laten we door anderen ontwerpen. Maar toch, van de tien boeken van Vitruvius rekenen nog steeds veel architecten minstens zeven tot hun terrein. Maar de vraag is, is dat terecht? Bouwen doen we zelf niet meer. Daar is inmiddels een reeks van ‘ketenpartners’ voor in het leven geroepen. Wellicht met vallen en opstaan hebben we daar en in verschillende hoedanigheden architectuur mee gemaakt. Dat dat maar zelden lukt, kunnen we zien wanneer we om ons heen kijken in de wereld van alledag.
×