Fragment
Blz. 4
Beschrijving overgenomen uit de inventaris van het onroerend erfgoed:
De plattegrond ontvouwt: een midden en twee zijbeuken van twee brede traveer; een transept met armen van één traveer en een kruisingtoren; een hoger opgetrokken middenkoor van een brede rechte traveer en een smalle traveer en een halve traveer. en een driezijdige sluiting; een N.en Z.-zijkoor van een brede traveer met resp. een driezijdige en een rechte sluiting; een Z.-sacristie; driezijdige doop- en zijkapel ter hoogte van de eerste raveer van resp. Z.- en N.-beuk; rond traptorentje ter hoogte van N.-transept.
De vieringstoren heet in de volksmond de Peperbus.
Gele baksteenbouw; hergebruikte ijzerzandsteen van de romaanse kerk o.m. in de centrale W.-gevel, de onderbouw van het N.-koor, sporadisch in de onderbouw, in de torenvoet. Afdekking d.m.v. leien zadeldaken.
Drie W.-tuitgevels gemarkeerd door steunberen met versnijdingen, en geprofileerde spitsbogige drielichten op afzaat, korfbogig in raveer l., onder druiplijstje in l. en r. raveer Centraal tudorportaal in geprofileerde bakstenen omlijsting.
N.- en Z.-gevel geritmeerd door spitsboogvensters (twee- of drielichten) in geprofileerde omlijsting op afzaat; steunberen afwisselend met en zonder versnijdingen; aflijnende tandlijst. Gedicht korfboogvenster verdiept in rechth. omlijsting onder dito druiplijstje. N.- en Z.-zijkapellen, onder tentdak, geajoureerd d.m.v. spitsbogige tweelichten. Rond traptorentje versierd met overkragend spitsboogfries, onder licht ingesnoerde (leien) spits.
×