Fragment

Maarten van Rossem vindt het raar, dat een vrouw, een gewoon mens, in een gouden koets naar een gebouwtje wordt gereden om vervolgens een voorgekauwde tekst van een papiertje voor te lezen. Iets wat ministers in de Tweede Kamer eigenlijk zelf ook wel kunnen doen. Maar gezien het aantal toeschouwers (ongetwijfeld allemaal werkeloos door de kredietcrisis) straks langs de kant van de weg, willen mensen kennelijk tradities graag in stand houden. Tja, en dan kom je niet tot een zinnige verandering. Die komt er dan ook niet als je de miljoenennota moet geloven. Een zinnige hervorming van de economie lijkt niet aan de orde. Nee, het blijft bij twee elkaar versterkende factoren: onzinnige vooruitgang in de jacht naar bling bling en de corruptheid van de mens in een competitief geëvolueerde individualistische maatschappij (je moet dus eigenlijk Darwin, Plato, Marx en Popper optellen!).

(uit: Wat een feest, pag. 12)

Maar het ergste van de klimaattop is toch wel de opstelling van de rijkere landen, met name de Verenigde Staten, ten opzichte van de armere. Zo worden de opkomende industrieën van India en Brazilië bekritiseerd. Deze landen moeten als de sodemieter wat gaan doen aan die uitstoot! Pardon! Dat zegt een volgevreten Amerikaanse diplomaat dus even voor de vuist weg tegen een Indiase minister. Want, laten we wel zijn, een gemiddelde Yank stoot zo’n 20 ton CO2 per jaar uit, terwijl een gemiddelde Indiër slechts 1,17 ton per jaar uitstoot. Anders gezegd 1 Amerikaan stoot jaarlijks net zoveel uit als 17 Indiërs. Beetje krom!

(uit: Er klopt iets niet, pag. 37)

Het valt allemaal wel mee, zo ongeveer luidt de algemene conclusie van de Nederlandse politiek na het zien van Fitna. Valt nogal mee? Kom op zeg, het is de slechtste film die ik ooit heb gezien. Het knip- en plakwerk heeft totaal niets met film maken of cineast zijn van doen. Mijn neefje maakt betere filmpjes van Tony Hawk op internet. Ik voel me als Nederlandse intellectueel gekwetst dat een Nederlandse politicus zo’n domme film heeft maakt. We staan voor aap! 

(uit: Klein, klein kleutertje, pag.50)