Fragment
Duas Torres 1
Madeira, mei 1995.
Het ontbijt is inbegrepen.
Bij het binnenkomen van de eetruimte overvalt ons meteen de stilte, die alleen wordt bezeerd doordat iemand zijn lepeltje onvoorzichtig in zijn theekopje beweegt.
De toon is hiermee gezet.
Het zou ons niet hebben verbaasd als er uitsluitend koffie met cake werd geserveerd en automatisch dwalen onze blikken rond om te zien waar de overledene staat opgebaard.
Vanaf dat moment ligt de naam van dit vertrek voor ons vast: “De Aula”.
Behoedzaam beweegt het bedienend personeel zich voort, zonder de stilte onnodig te verstoren.
Als ze al over een zekere arbeidsvreugde beschikken weten ze dit meesterlijk te verbergen.
Het meisje, dat de diep bedroefde blik heeft van iemand die zojuist een dierbare heeft verloren, vraagt ons met omfloerste stem: “Koffie?”
Met het schaamrood op de kaken biechten we op dat we liever thee hebben.
Hevig teleurgesteld gaat zij heen en wrijft een aantal koffiepotten zorgzaam en liefdevol, met een daarvoor bestemd doekje, over de al zo glanzende oppervlakken.
Misschien heeft haar vriend haar juist onlangs in de steek gelaten en ik bedenk met spijt dat ik in dat geval ook genoegen had willen nemen met koffie.
Maar het onheil is al geschied.
Enkele minuten later komt een kennelijk oudere broer van Julio Iglesias met verwijtende blikken een potje heet water met theezakjes, een potje heet water zonder theezakjes en een potje melk neerzetten.
Hoewel wij te kennen geven geen prijs te stellen op de melk wordt het gedurende de drie weken van ons verblijf iedere dag consequent voor ons op tafel gezet. Maar misschien staat het wel zo in zijn functieomschrijving, dus hebben we het maar zo gelaten.
Alles wat zijn jongere broer zo succesvol heeft gemaakt in het leven moet deze man zijn misgelopen.
Het zou me niet verbazen als hij in stilte drinkt.
Maar zijn blikken houden ook een geheim voor ons verborgen, zodat zijn beroep alleen maar een dekmantel is voor het leiderschap van de een of andere duistere sekte.
Overigens smaakt het ontbijt en zelfs de thee voortreffelijk, hoewel een suikerzakje met nat en hard geworden inhoud en een ander suikerzakje, waar het hoekje prematuur is afgescheurd en derhalve leeg is, doet vermoeden dat zuinigheid hier hoog in het vaandel staat.
De derde persoon van het bedienend personeel is de geboren ober.
Zijn benen en voeten worden voortdurend met moeizame motoriek circa een halve meter voor zijn lichaam uit geworpen, waardoor een merkwaardige, schuivende voortbeweging ontstaat. Hij laat onophoudelijk lucht tussen zijn tanden ontsnappen, zodat een goed opmerker zou kunnen veronderstellen dat hij een wijsje fluit, maar er is geen componist die zijn handtekening daaraan zou willen verbinden.
Hij lijkt volstrekt ongevaarlijk, maar betreurt zo te zien nog dagelijks het feit dat hij als jongen niet heeft aangemonsterd op een schip dat de wereldzeeën bevoer om op die manier andere volkeren te leren kennen, in plaats van ze met broodjes en koffie in de aula na te lopen.
De vierde persoon is een jongeman, die kennelijk nog veel gebruikelijke codes moet leren.
Hij is soms duidelijk te uitbundig door naar een aantrekkelijke dame te glimlachen of een kind te helpen met het meenemen van de etenswaren.
Hij lijkt een lieve jongen, die ‘s avonds als hij uitgeput naar bed gaat door zijn moeder wordt ingestopt met de woorden: “Zo, nu zal mammie eens voor jòu zorgen” of zoiets.
Toch is er met hem ook iets.
Hij loopt met een onvoorstelbaar holle rug en zet daarbij de punten van zijn zwart, glimmende schoenen duidelijk hoorbaar als eerste op de grond. Daarbij wekt hij voortdurend de indruk dat hij te strak is opgewonden, zoals dat bij sommige speelgoedpoppetjes het geval kan zijn. Alles bij elkaar geeft het hem een potsierlijke loop, zodat hij in dat opzicht opeens toch weer in het geheel past.
Ten slotte mag de manager niet onvermeld blijven.
Al controlerend is hij opeens aanwezig in een vlijmscherp, zwart kostuum en een onberispelijke coiffure.
Na enige koffiepotten te hebben verplaatst die op onbegrijpelijke wijze te dicht bij de kannen met jus d’orange waren gekomen, lijkt het ons duidelijk dat voor deze man een grote carrière is weggelegd. We denken daarbij aan organisatiedeskundige of mogelijk ook projectontwerper.
Als we ten slotte, nog wat naboerend van onze inheemse banaantjes, de aula verlaten, hebben we voorlopig even genoeg van rouwkost.
×