Fragment
Hoofdstuk 2:
"...Niet minder dan een kwart van die twee eeuwen maakte ik zelf als journalist actief mee. Daaruit put ik nu vooral de reden en de ambitie om een Zwolse Courant-story te schrijven. Door mijn persoonlijke geschiedenis bij de krant, die zich over 53 jaar uitstrekt, zie ik het een beetje als een dwingende taak. Bovendien vind ik het leuk om daar een eigen tintje aan te geven. Als scholier van 17 jaar leverde ik in 1949 immers al mijn eerste stukje voor de Zwolse stadspagina, een sportverslagje. Mijn laatste bijdrage, een toneelrecensie, was in 2002 te lezen op de kunstpagina in een van de allerlaatste nummers.
Eigenlijk gaat mijn herinnering aan de krant nog aanzienlijk langer terug. In de jaren dertig van de vorige eeuw stond ik in de Voorstraat als kind al vol bewondering te kijken door een breed raam, waarachter de kranten bij vele duizenden uit de toen - in mijn ogen - enorme rotatiepers van Tijl rolden. Een man in stofjas trok af en toe een exemplaar uit de stroom, vouwde het met breed gebaar open en liet zijn blik aandachtig over de pagina’s glijden. Dát leek me nog eens mooi en belangrijk werk...!"
Hoofdstuk 8:
"...:Gerekend naar mijn eerzucht van toen om opwindende dingen te beleven en deze in flonkerende bewoordingen op te schrijven, moet ik bekennen dat het journalistieke métier mij als leerling een beetje tegenviel. Nadat ik overdag in het redactielokaal de soms bijna onleesbare kopie van correspondenten had zitten bewerken, waren het in de avonduren voornamelijk saaie vergaderingen die ik moest bijwonen.
Die ene keer dat ik werd opgetrommeld om op een geleende racefiets naar een boerderijbrand te snellen en daar, hijgend aangekomen, door toekijkende boeren werd begroet met de woorden: “Ier, daor ij’j de raozende verslaggever..! ” , voelde ik me een beetje groeien..."
Hoofdstuk 10:
"..In een tijd dat zwarte Piet nog de onafscheidelijke knecht van Sinterklaas was, kwam de Zwolse Courant met een opmerkelijk initiatief dat bij ons weten nooit bij andere kranten was vertoond. Aan de vooravond van Sints verjaardag kwam een flink deel van de redactie bijeen om, voorzien van rijmboeken, alle artikelen, berichten en mededelingen in de editie van de volgende dag - zelfs de opening van de voorpagina - te voorzien van rijmende koppen.(...)
’t Was een heel karwei, maar het werd een groot succes en voor mij was het de leukste avond van het hele jaar. Zo eendrachtig wij elkaar hielpen bij het verzinnen van rijmvondsten en zo gezellig als het was in dat oude rommelige redactielokaal aan de Melkmarkt. De ketel met chocolademelk ging rond en directeur Dikkers kwam in eigen persoon aandragen met banketstaven.(...)
Van al die frivoliteiten herinner ik me een vondst van onze Kamper redacteur Hans Wiersma die ook bekend stond als tekstdichter en soms zelfs zingend voor de radio optrad. In zijn Kamper editie van de Zwolse stond bijna elke week wel een berichtje van het stadhuis dat burgemeester Berghuis weer eens verhinderd was zijn wekelijkse spreekuur te houden. Geen wonder, want die gewichtige man was als voorzitter van de ARP (Anti-Revolutionaire Partij) een bekende politicus die minstens de helft van zijn werktijd in Den Haag te vinden was. Op die bewuste Sinterklaasdag zette Wiersma boven het geijkte berichtje een ander kopje: “Altijd weer hetzelfde lied - burgemeester is er niet”. ...
×