niet beschikbaar
niet beschikbaar
Informatie
Herroepingsrecht is uitgesloten voor eBooks. Een download van een eBook of luisterboek is niet meer te herroepen op het moment dat u, na aanschaf van het e-book, de download heeft gestart.
1 – De Hemel
DE HEER, omgeven door hemelse glorie, op zijn troon ge-zeten, de ENGELENSCHARE knielt voor Hem. De vier AARTSENGELEN staan naast de troon. Intens licht schijnt.
ENGELENSCHAREN
Glorie aan God, de allerhoogste,
Laat hemel en aarde Hem prijzen,
Hij die met één Woord alle dingen liet zijn
Door Zijn wil blijven beiden bestaan.
Hij, Macht, Kennis, Gelukzaligheid
Wij, de geringste schaduw van Zijn grootse pracht,
Oh, laat ons genieten van Zijn Genade
Waar wij deelgenoot van mogen zijn.
Het Eeuwige Idee is werkelijkheid geworden!
De volmaaktheid van Zijn wens heeft vorm gekregen
En de Heer verwacht van Zijn schepping Eerbied,
Passend voor Zijn Heilige Troon, waarachtig.
DE HEER
Het is gebeurd, de grootse daad van het scheppen. De Schepper zal nu rusten. Het wiel draait, miljoenen, honder-den miljoenen jaren zal het draaien vooraleer één enkel tandwiel vermoeid zal zijn.
Vlieg op, Mijn gevleugelde wakers, Mijn engelen, vlieg op en draai en wentel. Laat Mij opnieuw het zoete geluid van jullie vlucht horen en bewonderen, zacht onder Mijn voeten
De Wakende Geesten van de sterren gaan langs de troon, elk rolt een of twee planeten voor zich uit, kometen en nevels van verschillende kleuren en afmetingen. De muziek van de bollen is zachtjes te horen.
ENGELENSCHAREN
Zie dat zwierige gewervel van vuur;
Zo overdreven is diens schittering,
Onwetend dat het slechts is
Voor het genot van een verre melkweg.
Je dacht, dat is een zwak licht,
Een knipperende, flikkerende kleine planeet.
Maar enorm voor de zielen die er wonen
Hoevelen zijn zij? Wie weet?
Twee vechters bestrijden elkaar,
Trekken aan, stoten af en draaien scherp
Vlieden weg. Hun verzet
Stuurt hen door zulk weer, graaiend.
Elke getuige angstig, holderdebolder,
Met donderende vaart naar beneden –
Maar, wat een vrede en vreugde
Geeft het aan de horden die het beschermt.
Hoe nederig is die andere van gedrag –
Een ster van liefde in voorbereiding,
Zacht zijn de handen die het voeden
De mensheid haar eigen vertroosting.
Werelden baren werelden, worden geboren
Verlaten wereld, vol van graven:
Een waarschuwing voor het overdrijven,
Bemoediging voor de zwakken van gaven.
Een monsterlijke komeet raast als gek
Uit een wolk van rampspoed: Zie!
Het past haar scheve bocht aan,
Wanneer de Hemelse Meester het gebiedt.
Kom geliefde, jonge geesten
Met uw veranderend, eeuwig geduren
Bol van klagen, jammeren en vieren,
In wit of groen, lentegeuren, lentekleuren.
Allerhoogste hemelen zegenen jullie,
Verder, onverschrokken: welke botsingen
Zijn uw nauwe kusten gedoemd te zien,
Welke oorlogen, tussen vechters, groepen.
Eerlijkheid en smerigheid, tranen en gelach,
Wat de winter of de lente bezit en versmaadt
Maken het licht en de schaduw
Van onze Meesterlijke toorn of genade.
De Wakende Geesten van de sterren gaan af.
AARTSENGEL GABRIËL
U die de oneindigheid omvat en uit niets materie schept. U die met één enkel woord uit de materie diepte en gewicht behept, wij schenken U onze hosanna’s.
Eeuwig geprezen!
Hij zinkt op zijn knieën.
AARTSENGEL MICHAËL
U die het starre en het veranderende samenbracht. Zowel eeuwigheid als tijdelijkheid heeft U gemaakt. U verenigt het geheel in U, brengt naties samen. Daarom schenken wij U onze hosanna’s.
Eeuwige macht!
Hij zinkt op zijn knieën.
AARTSENGEL RAFAËL
U bent zowel vloed als fontein van onze gelukzaligheid. U bent de brenger van het lichaam naar zelfbewustheid. De hele wereld laat U toe om deel te nemen aan Uw wijsheid. Daarom schenken wij U onze hosanna’s.
Eeuwige deugd!
Hij zinkt op zijn knieën.
Stilte
DE HEER
Jij daar. Lucifer, trots sta je alleen. Geen woord van eer komt over je lippen? Ben je altijd zo stil? Is het misschien mijn schepping die je mishaagt?
LUCIFER
Wat zou mij moeten behagen? Dat bepaalde substanties, met elk zijn eigen kenmerken, waarvan zelfs U het bestaan niet kon vermoeden, tot zij zich misschien zelf aan U onthulden (hoewel het zou kunnen zijn dat U zelf geen macht had om hen te veranderen).
Zij zijn nu in deze kleine bollen geplaatst en zij achtervolgen elkaar. Zij trekken elkaar aan en stoten elkaar af, om zo enkele wormen tot enig bewustzijn te brengen, tot alle ruimte zijn koude bestemming uiteindelijk gedoemd is en slechts onbeduidende slakken overblijven? Als de mens al rond zich kijkt, zal hij de ene of de andere mengeling beramen zoals deze, zelfs met de weinige middelen die hij heeft. Na hem in Uw kosmische keuken geplaatst te hebben koestert U nu zijn onbeholpen onhandigheid, zijn goddelijke houding, zijn opgelapte kookkunsten. Maar wanneer hij Uw favoriete ge-recht komt verpesten, zal U in volle woede opvliegen – maar dan is het veel te laat.
Maar wat kunt U verwachten van een dergelijke knoeier? Waarom dan deze hele oefening? Het is niet meer dan een gedicht van eigenroem – U vergelijkt het met deze zwakke draaiorgel en luistert steeds naar het zelfde oude, verve-lende deuntje. U klaagt maar steeds, eindeloos herhalend. Is het gepast voor Uw rijpe, hoge leeftijd om te spelen met dit uitvindsel voor kleine kinderen? Een vonk van leven in een beetje klei. Schijn is geen getrouwe gelijkenis; vrije wil en bestemming in een gezamenlijk streven: harmonie ontbreekt volledig, net zoals elk besef van betekenis.
DE HEER
Ik verdien alleen lof, geen veroordelingen.
LUCIFER
Ik doe alleen wat in mijn aard ligt.
Wijst naar de engelen
Deze ellendige groep zal U dienen om U te vleien. Niet ver-wonderlijk aangezien zij Uw schepsels zijn. U verwekte hen zoals licht schaduw maakt. Maar ik bestond al veel eerder en ben dan ook tijdloos.
DE HEER
Zulke onbeschaamdheid! Ben jij ook niet geboren uit stof? Welke macht had jij daarvoor? Welke wereld? Welk rijk?
LUCIFER
Ik zou U hetzelfde kunnen vragen.
DE HEER
Wat hier lichamelijk tot bestaan is gekomen, had nog voor het aanbreken van de tijd in mij al leven.
LUCIFER
Hebt U nooit die leegte opgemerkt in Uw ideeën, die grens voor elke levensvorm wiens eigenste aanwezigheid U tot creatie en schepping gedwongen heeft? Die grens was degene met de naam Lucifer, de onderliggende geest van ontkenning. U triomfeerde over mij omdat dat mijn lot is, on-ophoudelijk falen in elke strijd. Maar dan, opnieuw herlevend, sta ik weer op.
Toen U materie schiep, herwon ik mijn rang; het leven bestaat, en daarnaast: de dood. Vreugde aan de ene kant, tweedracht aan de andere, donker naast licht, en twijfel volgt op hoop – en zie, ik ben overal, samen met U. Ik ken U als mijzelf, waarom zou ik dan hulde brengen?
DE HEER
Uit mijn ogen, jij, geest der muiterij! Ik zou je volledig kunnen vernietigen – maar neen, vecht verder, verafschuwd, ver-bannen, bemodderd. Enige troost voor jouw geest is verbo-den, en in jouw bleke en gekwelde eenzaamheid zal deze ene gedachte een eeuwige kwelling zijn: Hoe vaak je keten-en van stof ook geschud worden, je strijd met de Heer is im-mer gedoemd te mislukken.
LUCIFER
Neen, niet zo snel – ik ga niet zomaar weg. U kunt mij niet weggooien als een gebroken voorwerp. Wij zijn beiden crea-tieve geesten – ik eis mijn deel!
DE HEER
smalend
Zoals je wenst. Kijk daar, naar de aarde: in het hart van Eden staan twee slanke bomen. Ik vervloek beiden: zij zijn van jou.
LUCIFER
Geen wonder dat U gemeen bent: U heeft de middelen. Het kleinste stukje grond voldoet voor mij. Een vaste voet is wat ik nodig heb, niet meer, U zult het zien. Ik zal ontkenning zaaien en anarchie verspreiden.
Hij gaat weg
ENGELENSCHAREN
Weg van de Heer, onze God, vervloekte verader!
Alle eerbied voor de Wetgever, de Almachtige.