Fragment
Voorwoord:
Cabo de Gata is het enige semi-woestijngebied van West-Europa. Er zijn weliswaar meer gebieden waar het zo droog is dat de natuur veel overeenkomsten vertoont met delen van Noord-Afrika, maar het Spaanse natuurpark in het zuidoosten van het Iberisch schiereiland heeft deze titel officieel verworven. En is daarmee officieel beschermd en dat is maar goed ook.
Want die bescherming zorgt ervoor dat de enorme expansie van de (plastic) kassenbouw pal aan de poorten van dit unieke land tot stoppen is gebracht.
Waarschijnlijk schrik je als je van de snelweg A-7 afslaat. Dat geldt trouwens voor elke afslag richting Cabo de Gata. Voordat je in de bijzondere natuur belandt, moet je eerst door heel veel lelijks. Laat je niet afschrikken. Maar toegegeven, mooi is anders. Bovendien zie je veel ellende; krottenwijkjes van plastic, veel vuil langs de weg, rondhangende mensen. Je wordt er allemaal niet vrolijk van.
Wie de heuvels passeert laat de landbouwwoestenij achter zich en belandt in een min of meer onaangetaste wereld. Ja, ook hier zijn her en der toeristische centraatjes opgebouwd, maar die zijn niet hoog en meestal in stijl. Als iemand met een blinddoek voor hier gedropt zou worden zou hij of zij zomaar kunnen denken dat ‘ie in Noord-Afrika terecht is gekomen.
Cabo de Gata is een plek voor liefhebbers; van droog en warm weer, van heel veel zon, van wandelen, van natuur, bijzondere stranden, van Marokkogangers die geen zin hebben in de overtocht. Het Parque Natural is klein, maar fijn. Je kunt er je hele vakantie doorbrengen zonder je één seconde te vervelen. De basisvoorzieningen zijn goed. Alhoewel dorpen als Las Negras en Los Escullos bijvoorbeeld geen geldautomaat hebben.
Maar omdat sommige toeristen ook weleens naar een echt museum, theater of stad willen, pakt dit boek de hoofdstad van deze regio, Almería mee. We beginnen onze verkenningstocht in Mojácar en eindigen in Aguadulce annex Roquetas de Mar.
Niet omdat die beide stadjes nou zo mooi zijn, maar omdat daar de toeristische oorden samenklonteren. Hier heb je de hotels, appartementen, pensions, campings en camperplekken voor het uitzoeken. Van 5 sterren plus tot zeer eenvoudig.
Omdat we de iets grotere avonturier ook nog iets extra’s willen geven zijn we westwaarts gegaan. De bergen in. De Sierra de los Filabres om aan de onderkant uit te komen in de woestijn van de spaghettiwesterns en om pal aan het strand te stoppen in havenstad Almería. Een stad met een rijk Moors verleden en een geweldig stadsstrand.
Het is met 342 zonnedagen en minder dan 180 mm regen per jaar nergens in Europa zonniger en droger dan hier. Dat trekt overigens niet alleen toeristen, maar ook boeren, astronomen en zonne-energiepioniers aan.
Een heel groot deel van de groenten die wij bijvoorbeeld op ons bord hebben liggen komt uit de 350 vierkante kilometer kassen, die delen van Almería met een witte, plastieken deken bedekken.
De droogte en hoeveelheid zonlicht hebben er ook voor gezorgd dat in het gebied een Europees experimenteercentrum voor zonne-energie van 100 hectare verrees. En op de 2168 meter hoge Calar Alto in de Sierra de los Filabres een astronomiecentrum met de tot voor kort grootste spiegeltelescoop van West-Europa.
Eigenlijk hebben we een soort vierkant getrokken op de kaart. Cabo de Gata is het hart, maar daaromheen blijkt er nog veel meer te ontdekken te zijn. Wij zijn voor jullie op pad geweest en het resultaat is een digitale reisgids met voor ieder wat wils.
×