Fragment
Blz. 53
Woordenlijst
Monnik : ( grieks) eenzaam, zonder vrouw.
Ascese : (Grieks: oefening) die versterving doet, zich traint, boete doet..
Anachoreet : ( Grieks: zich afzonderen) die de stad en de bedrijvigheid vlucht, bv. in de woestijn, vaak woont hij in een grot. Geleidelijk ook gegroepeerd.
Eremijt, kluizenaar: (Grieks: woestijn) Eenzaam of met enkele gezellen weg van de drukte en de mensen..
Cenoviet: ( Grieks, gemeenschappelijk ). De H. Pacomius (292-346 ), was een jonge tijdgenoot die de regels opstelde van zo’n groepen.
Het monachisme (monnik-zijn) verspreidde zich van uit de woestijn van Egypte: in Gallië met de H. Martinus van Tours 4de eeuw) en in Cappadocië (rond de H. Basilius).
Styliet: Ascetische figuren die op een pilaar leefden. Ze waren vaak leiders van een kloostergemeenschap.
Al deze figuren kwamen doorgaans vrij oud.
×