Fragment
32. Een kwestie van voorbereiden
Je zult de eerste niet zijn die vlak nadat je besloten hebt helemaal te willen gaan voor wat er diep in je hart werkelijk toe doet, merkt hoe uit diezelfde diepte in je hart een kracht opkomt die een onuitputtelijk bron van tegenwerking blijkt te zijn. Toen je nog gewoon ging waar iedereen zoal voor gaat, had je van die tegenwerking helemaal geen last. Als er al tegenwerking was in je leven dan kwam die in ieder geval vanuit je omgeving op je af. Met die omgeving wist je dan wel een gepaste strijd aan te binden. Maar ineens komt deze tegenwerking van binnenuit. Voordat je het goed en wel in de gaten hebt, beland je dan wel in een wereld waarvoor je helemaal wilt gaan, maar merk je dat je ook nog in een wereld bent waar alles gaat zoals het altijd is gegaan. Nu zou dat allemaal niet zo erg zijn, als jij niet het gevoel zou hebben precies tussen die twee werelden klem te zitten. Alsof beide werelden strijdig zijn met elkaar en jij de strijd moet beslechten.
Elke beweging om uit die klem te komen doet pijn en lijkt dan ook de verkeerde te zijn. Niet bewegen is de enige optie. Tot overmaat van ramp voel je tijdens dat niet bewegen in jezelf de strijd toenemen tussen de drang om te veroorzaken wat belangrijk voor je is en de drang om dit ten koste van alles te willen vermijden. Een kracht dus die tegenwerkt en een kracht die meewerkt. Aanvallen van totale onverschilligheid worden afgewisseld met aanvallen van extreme woede, zelfafwijzing en eenzaamheid. En dat dan allemaal in je eigen hart. Je weet niet meer waar je het zoeken moet en verlangt terug naar de tijd dat er niets anders te zoeken was, dan waar je je druk over maakte.
Je bent helemaal niet voorbereid op het moment waarop ‘gepolder’ plaats maakt voor strijd. En je bent al helemaal niet voorbereid op strijd zonder een aanwijsbare tegenstander waarmee je die strijd zou kunnen voeren. Niemand heeft je voorbereid op de omgang met tegenstellingen in jezelf. Wie heeft je ooit voorbereid op een vrede die niet het gevolg is van het neerleggen van wapens maar het gevolg is van strijd voor meer dan de individuele belangen van de strijdende partijen. Wie heeft je ooit voorbereid op de ontbranding in je hart van zo’n krachtig innerlijk vuur als reactie op het stellen van een doel waarvoor je helemaal wilt gaan.
Ik houd het er maar even op dat ‘voorbereiding en voorbereid zijn’ niet meer zo ‘in de mode’ zijn. Toch bereiden we ons heus wel voor. Meestal is dat de voorbereiding op wat ons te doen staat, de voorbereiding die ons in de waan brengt zo de kans op succes te vergroten en niet om voorbereid op weg te gaan. We bereiden ons heus ook wel voor op wat ons te wachten staat, maar we bereiden ons er niet op voor om het onverwachte gastvrij toegang te verlenen tot onze plannen voor de toekomst.
In het onderwijs van vroeger tijden had je nog zoiets als een ‘chambre de réflection’, een kamer van overpeinzing. Hierin verbleef de adept of leerling tussen het ene gebied van kennis en het volgende. In stille afzondering vond daar de voorbereiding plaats op het loslaten van wat achter de rug was en op het openen voor wat voor de boeg was. Voorbereiden gaat dus niet alleen over de herinnering aan de toekomst maar ook over de herinnering aan het verleden en over het besef als mens deel van beiden te zijn. Werkelijke voorbereiding is dus eigenlijk een soort gecombineerde innerlijke activiteit van rouwen en trouwen. In elk mensenhart wordt een vuur brandend gehouden, dan weer eens hevig en dan weer eens knus, tussen wat is geweest en wat zal zijn. Met dat (innerlijk) vuur kunnen we elkaar en de wereld verwarmen en we kunnen er beiden mee in vlammen doen opgaan. De afloop hebben we dus zelf in de hand. Dit laatste is overigens geen geringe verantwoordelijkheid en iedereen weet dat een mens gevaarlijk wordt voor zichzelf of voor anderen, als hij of zij in periodes van machteloosheid meent tot actie te moeten overgaan.
Ik stel dan ook voor om vanaf heden periodes van ‘in de klem zitten’ of periodes van ‘geen kant meer op kunnen’ in onze verbeelding periodes van stille voorbereiding te noemen, waarin we afscheid nemen van eventuele gehechtheden aan het verleden die de toekomst in de weg zitten en waarin we ons kunnen openen voor het licht dat valt op een pad naar de toekomst.
×