Fragment
Bij de watermolen op de Aabeek in Beeck-Brey in het Graafschap Loon begint de geschiedenis van onze familie Joosten. In 1078 wordt die watermolen door gravin Ermengardis geschonken aan het St. Bartholomeuskapittel van Luik. In 1126 wordt de watermolen verkocht aan ene Richerus en zijn vrouw Maria. Het is oorspronkelijk een olie- en volmolen, later een graan- en zaagmolen. Rond 1450 wordt Jois Joannis Molitoris Joosten (geboren in 1395) de eerste Joosten die de molen bezit. “Molitoris” betekent “onze molenaar”. Zijn zoon Judocus Jois (Joost) Molitoris is de tweede. In 1510 wordt voor het eerst in een officieel stuk melding gemaakt van ene Joannes Judoci Molitoris (geboren in 1454) als vader van Henricus Judocii (geboren in 1480) die via het eerstgeboorterecht de nieuwe molenaar wordt op deze watermolen in Beek-Bree. Omdat Joannis de molen erft, is zeker dat zijn vader Judocus de molen ook in bezit heeft gehad. Omdat de vader van Judocus, Jois Joannis Molitoris Joosten ook Molitoris in zijn naam heeft en in 1395 in Bree geboren is, is zeer aannemelijk dat Jois Joannis de eerste molenaar is, ook omdat we uit stukken weten dat de molen ergens voor 1450 in het bezit van de familie Joosten is gekomen. Judocus was nog te jong toen, maar Lois was al volwassen. Daarmee is het begin van onze familie Joosten officieel te bepalen op 1395, het geboortejaar van Jois Joannis Molitoris Joosten. Om het even in de tijd te plaatsen: dat is nog voor de uitvinding van de drukpers in 1439. En het is in de tijd dat de pest nog regelmatig miljoenen doden in Europa veroorzaakt.
×