Fragment
Een krokodil komt pas in beweging
als het echt nodig is.
In 2001 sloot Job Cohen, net burgemeester, in het stadhuis
van Amsterdam het eerste huwelijk ter wereld tussen twee
personen van hetzelfde geslacht. Hij zou tot 2010 burgemeester
van Amsterdam blijven.
De onverstoorbare en behoedzame manier waarop hij de
naschok van 11 september en de moorden op Pim Fortuyn en
Theo van Gogh in de hoofdstad had opgevangen, werd tot ver
over de landsgrenzen geprezen. Een man van bijna onaantastbare
statuur. Enorm gewaardeerd om zijn verbindende kwaliteiten in
een stad met een grote diversiteit aan mensen en problemen.
In 2010 koos Job Cohen voor het lijsttrekkerschap van de
PvdA. Zijn kandidatuur werd met gejuich ontvangen. Hij werd
benoemd. De verwachtingen waren hoog gespannen. Het liep
uiteindelijk heel anders dan verwacht. In 2012 legde hij zijn
functie als partijleider neer. Er was geen draagvlak meer om
verder te gaan. Niet in de partij, niet bij de kiezers.
Wat was er gebeurd? Hoe kon iemand met zoveel capaciteiten
en zoveel krediet in zo’n korte tijd uit de gratie raken?
Zijn onbewuste drijfveer was hiervoor een belangrijke factor.
Job Cohen heeft behoefte aan een zekere rust, aan een prettige
sfeer waarbinnen mensen op harmonieuze wijze met
elkaar kunnen omgaan (persoonlijkheidstype 9). Hij draagt
daaraan bij door niet de confrontatie te zoeken, door alles
van verschillende kanten te bekijken, door te bemiddelen en
te verbinden. En door zijn ideeën, en uiteindelijk zichzelf, niet
al te belangrijk te maken. “Ik ben zelf ook maar een mannetje
met een jasje aan en een dasje om. Zo is het aan de top. Je
moet je er niet te veel van voorstellen”, zei hij in een interview
in Vrij Nederland (doorThijs Broer en Thijs Niemantsverdriet) in
februari 2012.
Mensen met dit persoonlijkheidstype hebben een grote afkeer
van confrontaties en conflicten. Bij een kleine rimpeling
ontstaat al het gevoel dat er een conflict sluimert. Daarom
zullen zij niet snel degene zijn die een steen in een rimpelloze
vijver gooien. Je niet profileren, je eigen gevoel afvlakken
en inspelen op andermans agenda helpen, zo is de gedachte,
wanneer je de omgeving rustig wil houden.
Naar buiten toe komt iemand met deze drijfveer over als rustig,
redelijk tevreden, meegaand en positief. Maar ook als niet echt
alert, niet wakker.
Job Cohen illustreert dat wanneer hij als gast optreedt in
het televisie programma “Sterren op het witte Doek” op 11
september 2012 (omroep MAX). Het programma wordt
gepresenteerd door Hanneke Groenteman. Drie kunstschilders
maken een portret, de gast kiest hier één van voor zichzelf.
De andere twee worden geveild. De opbrengst gaat naar een
goed doel dat door de gast wordt uitgekozen. In dit geval de
MS bestrijding. Job Cohen’s eerste vrouw, Lidie, leed aan deze
ziekte. Hij vertelde dat hij tijdens zijn carriere door Lidie altijd
geprikkeld en ‘wakker’ gehouden werd met een intelligente,
felle kwinkslag. Die tijd is voorbij, nu Lidie is overleden, zei hij.
Mijn dochter zorgt er nu voor dat ik op tijd in de wang wordt geknepen.
Als lijsttrekker van de PvdA was Job Cohen het boegbeeld
van de partij. Degene die moest uitdragen waar de partij voor
staat. En die in debatten de confrontatie aan moest gaan.
Lijsttrekker zijn van een politieke partij vraagt, bij uitstek, om
alertheid en een geprofileerd handelingsrepertoire. Een attitude
die Job Cohen van nature niet ligt. Sterker, hij vindt dat
vreselijk.
In de diverse praatprogramma’s werd hem steeds indringender
gevraagd om profiel aan te nemen. Waar sta je voor,
wat zijn de speerpunten van de PvdA? Hij gaf hier hakkelend
antwoord op. Toen Twan Huys hem in Nova (NOS), de voorloper
van Nieuwsuur, vroeg hoe duur een brood kostte had hij geen
antwoord. Dat hoefde ook niet, het was een flauwe vraag. Je zou
je er zo uit kunnen redden. Maar dat gebeurde niet. Er ontstond een
heel ongemakkelijke situatie. Een dieptepunt. Het voor deze functie
zo benodigde leiderschap was ver te zoeken.
×