Fragment
De dag
Open de dag en ontmoet het licht,
De dag van het nu, met zijn eigen gewicht.
Licht, zwaar, soms niet te voelen,
Warm, koud, moeilijk te koelen.
De dag gaat op pad, hij neemt mee de tijd,
Reizend met vreugde, of aan een traan gewijd.
De dag kent liefde, moeite en verdriet,
Vult de tijd, zoals de mens hem ziet.
De dag kent momenten van goed en kwaad,
Voelt aan, waar de mens is mee gebaat.
Zwijgend, geen woorden, een invulling van de dag,
Rondkijkend en vullend naar wat wel en niet mag.
De dag, een deel van de eeuwigheid,
Door de eeuwen heen aan de tijd gewijd.
Het wordt de mens gegund, het leven wordt gegeven,
De mens krijgt kansen om de tijd te beleven.
Tijd blijft tijd, God blijft aan het woord,
Verbonden met de mens door het gouden koord.
De mens ontmoet de dag en reist mee met de tijd,
Samen met God is het leven en de dag aan het plan gewijd.
×