Samenvatting
Lang geleden, in 1990, verscheen als een donderslag bij heldere hemel het boek “De Ondergang van Nederland”, geschreven door ene Mohamed Rasoel, en zette heel Nederland op zijn kop. Terwijl in het boek gewaarschuwd werd voor de problemen met de islam, was er vrijwel direct twijfel over de identiteit van de schrijver. Het taalgebruik was namelijk van een te hoog niveau; het moest wel van een bekende schrijver zijn en niet van diegene die het boek verkondigde, Rasoel dus . . .
Ondertussen werd er over het inmiddels verboden boek in de kranten en op televisie meer gedebatteerd dan over welk ander onderwerp dan ook. Jan Lenferink waagde op TV zelfs een poging om Rasoel te ontmaskeren door diens Palestijnse sjaal van z´n gezicht te trekken.
Jaren later deed de hoogleraar taalkunde, Teun van Dijk, nog een grondig onderzoek naar de herkomst van de tekst. Hij kwam tot de conclusie dat de schrijver niemand minder dan Gerrit Komrij moest zijn. Hij schreef er zelfs een boek over. Daarop schreef Gerrit Komrij eveneens een boek, waarin hij zijn betrokkenheid ontkende, en hij daagde Teun van Dijk voor de rechter. Uiteindelijk bleef het een raadsel wie het boek daadwerkelijk had geschreven. Later pleitte de PVV er in de Tweede Kamer zelfs voor om het boek te verspreiden op alle middelbare scholen.
Dit is het betreffende boek. Nu (tijdelijk) te koop, voordat het weer verboden wordt.