€ 16,95

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Ambt Nederbetuwe Resolutieboek 1611-1689

Dr. P.D. Spies • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Ambt Nederbetuwe
    Resolutieboek 1611-1689

    Dit vijf en twintigste deel van de Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe omvat het oudst bewaard gebleven resolutieboek van het Hoogadelijk Landgericht van de Nederbetuwe vanaf het jaar 1611 tot en met 1689.
    De inhoud van dit resolutieboek is zeer divers. Het aantal dijk- en polderzaken is vrij gering. Het merendeel betreft gerichtelijke zaken, zoals sententies van het Hoogadelijk Landgericht, verzoekschriften en afdoeningen daarvan. Tevens komen veel zaken aan de orde rakende de procesvoering, behandeling van advocaten en procureurs en vraagstellingen en adviezen op welke wijze bepaalde juridische zaken behoren geïnterpreteerd te worden. Veel aandacht wordt geschonken aan de reglementering en toelating van leden tot het college uitmakende het Hoogadelijk Landgericht. Ook komen er veel stukken in voor over de tijd van de Franse inval en bezetting in de jaren 1672-1674 en de daarop gevolgde in gijzeling neming van vooraanstaande ingezetenen en het moeten loskopen van die tegen enorm hoge losgelden. Dit laatste heeft tientallen jaren een zware druk op het Ambt en haar ingezetenen gelegd.
    Voorts komt er een groot scala aan onderwerpen voorbij, variërend van belastingzaken, erfdelingen, prothocollering, aanstelling van wachtmeesters, huwelijksbevestigingen tot en met besluiten over krankzinnigen en innocenten. Kortom een rijke bron voor onderzoekers. In de voetnoten worden zaken verduidelijkt en worden de Latijnse rechtstermen en tekstgedeelten kort uitgelegd.

    Dr. Peter Dirk Spies (Amersfoort, 1955) promoveerde in 2017 aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn op de studie: De classis van Tiel 1579-1816. De gereformeerde kerk in de Nederbetuwe in het spanningsveld van politieke machten en maatschappelijke veranderingen. Hij is onder andere werkzaam geweest als hoofd van een afdeling archief, bibliotheek en documentatie, als theoloog binnen de Nederlandse Hervormde Kerk en als jurist in bestuursrechtelijke zaken. Daartoe volgde hij enkele archiefopleidingen en bekwaamde zich in bestuursrecht en paleografie. Zijn onderzoeksgebied en specialisatie betreft in het bijzonder de kerkelijke, rechtelijke en politieke ontwikkelingen binnen het voormalig Hertogdom Gelre.
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 170mm x 240mm
    Aantal pagina's : 246
    Uitgeverij : Dr. P.D. Spies (druk: Pumbo)
    ISBN : 9789463456036
    Datum publicatie : 03-2019
  • Inhoudsopgave
    Inleiding.
    Transcriptie.
    Naamregister.
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 16,95

niet beschikbaar

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

Dit is een gedeelte uit de jaren 1631-1634:

Alsoo op de vergaderonge van den weledele heere Arndt Vijgh, Heer tot Soelen, amptman in Nederbetuwe, ende die ridderschappen desselvigen Ampts van zijn edele huijden binnen Tiel verschreven om te doen uutsettonge van 't defect, die edele ende erentfeste Wilhem Pieck, drost van den Graeffschap van Culemborch, gecompareert zijnde, vertoont heeft seeckere commissie bij sijn genade de Grave van Culemborch op sijn edele verleent in dato den 14en deser, omme bij zijn edele wegen zijn genade voorschreven de voorschreven uutsettonge bij te woonen etc.
Welcke commissie verlesen ende in behoorlicke deliberatie gelecht sijnde, is gemelte drost ter andtwoordt gegeven, dat men wel genegen sijn edele persoon in cracht der voorschreven commissie aen te nemen ende oock oer edelen aengenaem was.
Dan alsoo jonckher Floris van Brakel, Drost ter Lehede, mede tegenwoordich ende dewelcke voor desen altijdt vanwegen zijn genade over soodane uutsettonge hadde geseten, conde men derhalven haer edele persoonen beijde in desen niet aennemen sonder prejudicie van 't recht van desen Ampte.
Dattet oock was strijdende tegens de sententie bij den edele Hove van Gelrelandt desenthalven gewesen in anno 1610 den 27en julii, dewelcke in puncto verlesen zijnde onder andere dese woorden dicteert: "Dat zijn genade vrij sal staen den Drost van der Lehede off ijmandt anders van zijn genaden wegen bij de omslagen te senden, om daeraen ende over te zijn".
Waerop naer verscheijde communicatiën, reden ende wederreden gesecht ende voorgeslagen is, dat oer edelen beijde persoonen waren in den eedt van zijn genade ende alsulcx acceptabel, doch dat se den anderen zouden bespreecken ende resolveren om een van dien aff te staen, waren alsdan genegen met d'selve tot d' uutsettonge te procederen, ende soo deselve geenen voortganck hadde, sich derwegen excuserende.
Welcken voorslach gemelte drosten niet aengenomen hebben, noch geen van beijde affstandt doen willen.
Is lestelick goetgevonden ende geresolveert met d' uutsettonge eenige tijdt te supersederen ende welgedachte grave hierover metten eersten door gecommitteerden te besenden ende volcomen onderrichtonge tot contentement (gelijck men verhoopt) te doen, als men sal bevijnden tot voorstandt van 't alde gebruijck, recht ende gerechticheijt van desen Ampte te behooren.
Tot welcken eijnde dan gecommitteert is welgemelte Heere tot Soelen, amptman etc., neffens van die ridderschappen die edele ende erentveste Johan de Cock van Oppijnen ende Adriaen van Drueten den 17en octobris 1631.
----------

Bij de wedercompste van welgemelte gecommitteerden hebben haer edelen in de vergaderonge gerapporteert, dat dese besendonge ende begroetinge zijn genade vertoonde ten hoochsten aengenaem te wesen. Ende vorder, naerdat se zijn genade dese saecke in 't breede hadden gededuceert ende onderrichtonge van dien gedaen, dat welgemelte zijn genade hadde geseijt wel te sijn genegen zijn genedigen Drost van der Lehede op d' uutsettonge te committeren. Dan soo zijn genade een ander van adel daerop committeerden ende der Drost van der Lehede mede compareerden, dat alsdan deselve drost uut sijn genedigen eedt als drost soude sijn ontslagen etc. Actum binnen Tiel den 21en octobris 1631.
----------

Op een generale verschrijvonge ende vergaderonge van de heer amptman ende
ridderschappen des Ampts van Nederbetuwe den 22en octobris 1631.

Vooreerst nopende het schoorsteengelt ende wes vorder daeraen dependeert, is met den ontfanger Adriaen van Riemsdijck versproken ende geaccordeert 't selve te collecteren ende uut te vorderen, voor welcke collect ende invorderonge denselven sal hebben ende genieten acht van 't hondert. Und sal den voornoempten ontfanger geene pennongen van die betalen ende uutkeeren anders dan met ordre van amptman ende ridderschappen voorschreven. Ende sal hem mede dienen voor instructie als de voorgaende collecteurs gehadt.

Item is geresolveert ende goetgevonden bij provisie uut te schrijven acht stuver over ijder mergen binnendijcx des Amptz tot hooffden ende cribben, ende de pennongen van dien betalen aen den ontfanger gelijck voor desen.

Oock is goetgevonden ende geresolveert, dat den bovensten vervallen bol liggende tot Hien voor den schaerdijck tot preservatie van denselve weder opgehaelt ende gemaeckt soude werden ende de bestadonge te geschieden op alsulcke besteck ende conditiën als bij de heer dijckgreeff ende heijmraden op d' aenstaende tuijn- ende spijckschouwe sullen gemaeckt ende beraempt werden etc.
----------

Amptman ende ridderschappen des Ampts Nederbetuwe hebben (op 't versoeck van de heer Drost van der Lehede) geaccordeert, dat joffrou Susanna van Brakel, zijn edelens suster, in plaets van joffrou Johanna van Brakel saliger, haer overleden suster, sal surrogeren, om jaerlicx te trecken ende genieten een tractement uut d' incomsten der goederen van het clooster te Heusden.
Actum binnen Tiel op een extraordinaris gerichtzdach den 23en aprilis 1632.
----------

Op requeste van die gedijckten ende geërffden des dorps Ochten, versoeckende subsidie van seeckere nieuwe cribbe, die bij deselve gemaeckt ende gelecht wordt.

Gesien dese requeste ende gelet op 't narre ende versoeck daerinne geroert, amptman ende ridderschappen de saecke in behoorlicke consideratie gelecht ende overwogende hebbende, hebben de supplianten tot subsidie van de cribbe, in de requeste aengetogen, toegevoecht de somme van vijff hondert gulden. Te ontfangen ende te profiteren vooreerst 100 gulden uut d' acht stuver lest uutgeset op den mergen binnendijcx, die die van Ochten alnoch daervan schuldich, ende d' andere vier hondert gulden uut de naeste uutsettonge van de vier stuver op den mergen, mits dese expresse conditie, dat deselve cribbe voorbij de start van het Middelweertgen tot in de diepte sal gelecht werden.
Actum op den Kesterenschen rechtdach den 21en novembris 1632.
-----

Op requeste van Johan Beeckman, praedicant tot Maurijck, versoeckende, dat geduirende sijn bedienonge absolute ordre van den 100 daelder jaerlicx hem tot supplement van sijn sobere pastorie mochte verleent werden.

Wordt den suppliant noch geaccordeert een jaer tractements van 100 daelder te vervallen op Petri 1633 ende te ontfangen van den rentmeester Derick Foijert, onder overleveronge van dese requeste ende acquite daerop dienende. Welcke pennongen den rentmeester voorschreven in uutgeven zijner rekeninghe sullen werden gevalideert, sonder dat nochtans dit in eenige consequentie sal mogen getogen werden. Actum op den Kesterenschen rechtdach den 21en novembris 1632.
----------

Op een generale verschrijvonge van de heer amptman ende ridderschappen
des Amptz Nederbetuwe binnen Tiel den 29en aprilis 1634.

Alsoo zedert den dijck tot Ochten is doorgebroken niet alleen de oeffeninge van de executie, nemaer oock 't geheele gerecht van den Ampte van Nederbetuwe tot noch heeft stille gestaen ende nadien den Heere tot Soelen, amptman etc., van de heeren Gedeputeerden des Quartiers van Nijmegen om den voortganck van de executie tot innonge ende bevorderonge van des landts middelen seer serieuselicken is versocht ende gevordert, gelijck oock van andere particulieren, 't welcke zijn edele op huijden de ridderschappen deses Ampts wel heeft willen communiceren, om niets te doen dat eenichsints tot infractie van den landtbrieff soude mogen gereijcken, dewelcke is vermeldende: "Dat wanneer eenige dijcken quamen door te breecken ofte open te leggen, de richter niet en sal richten noch gichten totdat den dijck weder sal zijn opgenomen ende beheert".
Waerop, naer rijpe deliberatie ende aenmerckonge van dese sake ende d' constitutie van de gelegentheijdt deses tegenwoordigen tijdts, bij oer edelen goetgevonden ende geresolveert is 't selve de edele ende weerdige heeren Raden deses Forstendombs etc. te communiceren ende daervan oer edele ende weerdige advis te versoecken, dat 't recht in desen Ampte weder geoeffent ende geopent mochte werden, sonder dat nochtans 't selve eenichsints tot infractie van den landtbrieff soude gereijcken. Actum in oer edele vergaderonge binnen Tiel den 29en aprilis 1634.
-----

Item is bij de heer amptman ende ridderschappen goetgevonden ende geresolveert de vervallen krib aen joffrou Ditforts weerdt tot Ochten wat op te halen ende te repareren bij 't Ampt tot preservatie van de dijcken ende voorcominge van schaerdijck, ofte dat bij naerder oculair inspectie daerinne anders 't sal goetgevonden. Actum ut supra.
----------

Op requeste van Johan Beeckman, praedicant tot Maurijck, versoeckende nu weder, dat geduirende sijne bedienonge absolute ordonnantie van de 100 daelder hem tot supplement van sijn sobere pastorie mocht verleent werden.

De suppliant sal sich addresseren aen zijn genade de Grave van Culemborch, als hebbende de collatie van de pastorie op Maurijck ende mede aen sich de directie van de pastoriegoederen op Eck, doch wordt (om sekere consideratiën) den suppliant voor dese reijse noch toegelecht de somme van hondert daelder tot subsidie van een jaer tractements vervallen wesende op Petri ad Cathedram lestleden. Welcke pennongen den rentmeester Dirck Foijert aen den suppliant sal betalen onder overleveronge van dese requeste, ofte copie auctentijcq van dien, met acquite daerop dienende. Mits nochtans, dat dit in geene consequentie sal mogen getogen werden. Actum den 4en maii 1634. ×
SERVICE
Contact
 
Vragen