€ 18,95

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Ambt Nederbetuwe Gerichtssignaat Bank Kesteren 1646-1657

Dr. P.D. Spies • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Ambt Nederbetuwe
    Gerichtssignaat Bank Kesteren
    1646-1657

    Dit elfde deel van de Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe bevat de handelingen van het Hoogadelijk Landgericht van de Nederbetuwe vanaf 1646 tot en met 1657. De transcriptie wordt kort ingeleid en de getranscribeerde tekst is voorzien van verduidelijkende voetnoten.
    Dit gerichtsboek sluit direct aan op het vorige deel. Het boek bevat verschillende handschriften, waardoor met name veel persoons- en perceelsnamen op zeer diverse wijzen worden weergegeven. Tevens is opvallend dat de stukken regelmatig kris-kras door elkaar staan, dus niet op datum. Een ander opmerkelijk gegeven is dat nog regelmatig data worden weergegeven door heiligendagen, al is het gebruik minder dan in voorgaande jaren.
    De inhoud varieert van rechtszaken over geringe bedragen tot en met gevallen van doodslag en moord. Er is dus sprake van civiele en criminele rechtspraak. Deze diversiteit kan hier niet in enkele woorden worden weergegeven, waarom kortheidshalve verwezen wordt naar de inhoud zelf. Er zijn weinig vonnissen opgenomen ten aanzien van de criminele rechtspraak met uitzondering van een doodstraf aan het einde van dit boek. De grotere criminele zaken werden normaliter in aparte criminele dossiers bewaard. Ook de civiele zaken zijn voor een deel niet volledig uitgeschreven, daar voor de grote zaken aparte dossiers werden aangelegd. Reden dat in dit boek veelal wordt verwezen naar de geschriften die werden ingeleverd "ut in scriptis". Desalniettemin blijft er voldoende informatie over om een beeld te kunnen vormen van de rechtspraak in deze jaren.
    Al met al een rijke bron.

    Dr. Peter Dirk Spies (Amersfoort, 1955) promoveerde in 2017 aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn op de studie: De classis van Tiel 1579-1816. De gereformeerde kerk in de Nederbetuwe in het spanningsveld van politieke machten en maatschappelijke veranderingen. Hij is onder andere werkzaam geweest als hoofd van een afdeling archief, bibliotheek en documentatie, als theoloog binnen de Nederlandse Hervormde Kerk en als jurist in bestuursrechtelijke zaken. Daartoe volgde hij enkele archiefopleidingen en bekwaamde zich in bestuursrecht en paleografie. Zijn onderzoeksgebied en specialisatie betreft in het bijzonder de kerkelijke, rechtelijke en politieke ontwikkelingen binnen het voormalig Hertogdom Gelre.
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 170mm x 240mm
    Aantal pagina's : 360
    Uitgeverij : Dr. P.D. Spies (druk: Pumbo)
    ISBN : 9789463455701
    Datum publicatie : 02-2019
  • Inhoudsopgave
    Inleiding.
    Transcriptie.
    Naamregister.
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 18,95

niet beschikbaar

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

Dit is een gedeelte uit de rechtszittingen van maart 1648:

#Aenspraeck#
Joachim Foijert, in qualite als rentmeijster des Cloosters tot Heusden, spreeckt aen met recht tuschen in- ende uutleijdonge, Dirck van Cruchten tot Randtwijck verweerder ut in scriptis. Ad proximam.

#Oordel#
Vosch van Avesaet.

#Aenspraeck#
Pelgrom Vogelsanck, als volmachtich van Swaentgen Jansen, weduwe van zaliger Adriaen van Driel, spreeckt aen met recht tuschen besatongh ende ontsatongh Gerridt Henricksen Udo verweerder ut in scriptis. Ad proximam.

#Oordel#
Stepraedt.

#Aenspraeck#
Jonckher Walraven Pieck, Heer tot Wolfsweerdt, aenlegger spreeckt aen met recht tuschen besatongh ende ontsatongh Adriaen van Grootfelt verweerder ut in scriptis. Ad proximam.

#Oordel#
Drost Brakel.

In saken in cas van ontwaronge tuschen Stijn Marcus soo se procedeert requirante eens- ende de weduwe van Arndt van Welij opposante anderdeels erkennen die ridderschappen ten vooroordel, dat opposante sal gehouden wesen sittens gericht tijdtlick mede te dienen van bericht om alsoo de saecke gedefinieert te werden.

In de proceduir voor desen gerichte met pandonge aengeheven bij Guertgen Nooten als weduwe ende boedelhoudtster van wijlen Aerdt Joosten Hack, ende bij haer affsterven bij desselvigen erffgenamen vervolcht, nu eijscheren eens- ende Jan Jansen Pop verweerder anderdeels, gesien die peijndonge ende obligatie uut crachte van dewelcke wordt geageert ende daertegens t' andtwoort van den verweerder, ende daerop ende voorts op alle gelet zijnde, 't voorschreven gericht (doende recht) condemneert den verweerder die geëijschte twee hondert gulden metten interesse a tempore litis contestatae aen de eijscheren op te leggen ende te betalen, de costen van den processe compenserende om redenen.

In saecken voor desen gerichte ongedecideert hangende tuschen Gevert Dircksen aenlegger ter eenre ende Jan Cornelissen snijder verweerder ter andere zijden, gesien den peijndonge ende aenspraeck met 't geene daerbij overgelevert ende daerop 't andtwoort van den verweerder, 't gericht voorschreven daerop ende voorts op alles gelet hebbende, doende recht, verclaert dat de verweerder gehouden sal wesen de somme van twee hondert vijff ende twijntich gulden, volgens d' uutspraeck bij gecommitteerde jonckheren tusschen parthijen voorschreven den 25en julii anno 1646 gedaen, aen den aenlegger te erleggen. Ende belangende des aenleggers vorder pretensiën, bij aenspraeck vermelt, worden gecommitteert die edele ende erentveste Floris van Brakel, Drost ter Lehede, Joost van Stepraedt ende Johan van Brakel om parthijen ten seeckeren daege met hun schijn ende bescheijdt voor oer edelen te bescheijden ende die daerover sien te verdragen met vrundtschap. Soo niet, sullen oer edelen daervan hebben te erkennen ende uuttespreken als de voorschreven gecommitteerden sullen bevijnden naer rechte ende in der aequiteijt te behooren, welcx van alsulcker weerden sal wesen alsoff het bij 't geheele gericht gedaen waer.

In den processe voor desen gericht met besaet aengeheven bij Oth Jansen als eenich erffgenaem van zaliger Evert Jansen sijn overleden broeder, aenlegger eens- ende Jan Willemsen verweerder ende excipiënt anderdeels, 't selve gericht op beijderzijdts proceduir, ende vorder daerop in desen te letten stonde gelet, doende recht, verclaert den aenlegger in sijnen eijsch ende conclusie voor ditmael niet te sijn ontfanckelick ende den verweerder ende excipiënt daervan absolverende. Condemneert den aenlegger in de costen van desen processe tot taxatie ende moderatie van 't gericht.

In saecken voor dese gerichte met besaet geïnstitueert bij Johan van Blenckenvliet, medicinae doctor ende brauwer in De Werrelt tot Rotterdam, aenlegger ter eenre ende Peter Roeloffsen verweerder ter andere zijden, gesien aenspraeck, andtwoordt, replicq ende duplicq, met 't geene bij den aenlegger daerbij overgelevert ende op alle deselve behoorlick gelet zijnde, 't voorschreven gericht, doende recht, condemneert den verweerder de geëijschte pennongen volgens extract uut des aenleggers rekenboeck over te leggen ende te betalen, metten interesse a tempore litis contestatae. Condemnerende den verweerder daerbeneffens in de costen van desen processe tot taxatie des gerichts.

De verweerder heeft overgegeven dat dese sententie niet en sal bejaeren noch bedaegen, maer altijdt executabel wesen. Actum voor den heeren amptman etc. ende gerichtzluijden Willem Henricksen ende Adriaen Verwoert den 28 junii 1648.

In de proceduir met peijndonge aengeheven bij Gerridt Cornelissen Udo eijscher eens- ende Evert van Deventer verweerder anderdeels, die ridderschappen gesien die peijndonge met de pachtcedulle daermede wordt geageert ende daertegens 't andtwoort van den verweerder, wijsen die voor recht dat de verweerder die geëijschte pachtpennongen aen den eijscher sal betaelen, mits den verweerder den aenlegger latende volgen copie van de pachtcedulle. De costen compenserende om redenen.

Gesien ende verlesen die peijndonge met d' obligatie van Johan Willemsen van Couwenhoven eijscher eens- ende 't andtwoordt van Jelis Claessen verweerder anderdeels wijsen die ridderschappen wel gepandt bij den eijscher ende bij den verweerder daertegens qualick geweert te sijn. Condemnerende dienvolgens den verweerder die geëijschte pennongen aen den eijscher te betalen, mette costen van rechte ende daerbeneffens denselven verweerder in onrechte pandtkerongh.
#Dese bij den verweerder ter claronge beroepen. Actum voor den heeren amptman etc. ende gerichtzluijden Henrick van Benthem landtschrijver ende Werner van Broeckhuijsen den 29e martii 1648#

In saecken voor desen gerichte met peijndonge aengeheven bij Willem van Welij eijscher ter eenre ende Dirck Hermansen verweerder ter andere zijden die ridderschappen op beijderzijts proceduir behoorlick gelet hebbende, wijsen voor recht dat de verweerder gehouden sal wesen den eijscher die geëijschte resterende coopspennongen van coop van coorn op 't velt op te leggen ende te betalen. Doch reserverende den verweerder sijn recht tegens den eijscher, soo hij vermeijnt te hebben, om 't selffde te institueren soo zijnen goeden raedt sal gedragen. De costen van den processe compenserende om redenen.

In den processe van aenspraeck, andtwoordt, replicq ende duplicq mette documenten daerbij overgelevert, tuschen Johan van Darthuijsen eijscher ter eenre ende Aerdt Verwoerdt ende Gerridt Thomassen qualitate qua verweerderen ter andere zijden, belangende een binnenjaersche rente van achtien gulden golde keijsersguldens, den keijsersgulden te betalen met twijntich enckele goede stuvers Brabandts gevalueert, off die rechte weerde daervoor aen anderen goede golde, off silvere Hollandtsche ofte Brabandtsche gevalueert paijement in Hollandt off Brabandt ganckbaer in gelijcker rechte gewicht ende weerde in tijdt der betalonge volgens den gevestichden rentebrieff met noch een jaer achterstedicheijt van dien, 't gericht verlesen den rentebrieff uut crachte van dewelcke wordt geageert, ende daerop nagesien 't placaat van de Landtschap op 't stuck van den valeur van den gelde ofte munte in anno 1602 geëmaneert, waerop ende voorts op alles gelet zijnde, doende recht, condemneert de verweerderen de geëijschte renten aen den eijscher volgens 't placaat van de Landtschap voorschreven te betalen, te weten voor den golden keijsersgulden eenen gulden ses stuvers ende thien pennongen, mette costen van rechte tot taxatie ende moderatie van 't gericht.

#Aenspraeck#
Die weledele heere Arndt Vijgh, Heer tot Soelen, amptman ende richter in Nederbetuwe nomine officii clager ende aenlegger spreeckt aen met recht tuschen clacht ende verborgingh Evert Jansen ende Johan van Gelder beclaechdens ende verweerderen ieder voor een breucke van een hondert goltgulden ofte soo veel min ofte meer etc., uut oorsaecke dat beclaechdens soodane executie als Jan van Eldijck ende Jan Guertsen als maenders ende buirmeijsters op Hien ende Doodeweert van den jare 1646 op haer goederen hadden laten intenteren, sich hebben laten gelusten te steijten, vermogens acte daervan sijnde, ende voor den schaden met recht. Ende bedinght hiermede zijn wacht. ×
SERVICE
Contact
 
Vragen