€ 18,95

ePUB ebook

niet beschikbaar

PDF ebook

niet beschikbaar

Ambt Nederbetuwe Gerichtssignaat Bank Kesteren 1628-1635

Dr. P.D. Spies • Boek • paperback

  • Samenvatting
    Dit negende deel van de Serie Gerichtelijke Transcripties Nederbetuwe bevat de handelingen van het Hoogadelijk Landgericht van de Nederbetuwe vanaf 1628 tot en met 1635. De transcriptie wordt kort ingeleid en de getranscribeerde tekst is voorzien van verduidelijkende voetnoten.
    Dit gerichtsboek sluit direct aan op het vorige deel. Het boek bevat verschillende handschriften, waardoor met name veel persoons- en perceelsnamen op zeer diverse wijzen worden weergegeven. Tevens is opvallend dat de stukken regelmatig kris-kras door elkaar staan, dus niet op datum. Een ander opmerkelijk gegeven is dat veel dagen worden weergegeven door heiligendagen.
    De inhoud varieert van rechtszaken over geringe bedragen tot en met gevallen van doodslag en moord. Er is dus sprake van civiele en criminele rechtspraak. Al werden veel zaken summier beschreven, er blijft voldoende informatie over om een beeld te kunnen vormen van de rechtspraak in deze jaren. Bijzonder is op 11 juni 1634 de besluitvorming ten aanzien van rechtstoepassing, namelijk dat attestaties moesten worden beëdigd en dat tegen beslaglegging op gerede goederen binnen 3 dagen ontslag moest worden gedaan. Dit laatste was van ouds gewoonte. Opvallend is het gegeven dat criminele zaken als steek- en vechtpartijen soms civiel werden afgedaan met betaling van smartegeld en de medische kosten.
    De oorlogsomstandigheden gaven de rechtbank reden om de bevolking tegen extreme schade te beschermen, zoals toen men in 1629 aan de pachtpenningen mocht korten wegens de inlegering van krijgsvolk. Ook werden er wachten in de kerken gezet ter bescherming, maar dat wilde nog wel eens uit de hand lopen. Daarnaast was er sprake van watersnoden, zoals in 1635 toen de dijk bij Ochten doorbrak en het land onderstroomde. De rechtbank verleende daarop de pachters een korting van 50 procent op hun pacht wegens de geleden schade.

    Dr. Peter Dirk Spies (Amersfoort, 1955) promoveerde in 2017 aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn op de studie: De classis van Tiel 1579-1816. De gereformeerde kerk in de Nederbetuwe in het spanningsveld van politieke machten en maatschappelijke veranderingen. Hij is onder andere werkzaam geweest als hoofd van een afdeling archief, bibliotheek en documentatie, als theoloog binnen de Nederlandse Hervormde Kerk en als jurist in bestuursrechtelijke zaken. Daartoe volgde hij enkele archiefopleidingen en bekwaamde zich in bestuursrecht en paleografie. Zijn onderzoeksgebied en specialisatie betreft in het bijzonder de kerkelijke, rechtelijke en politieke ontwikkelingen binnen het voormalig Hertogdom Gelre.
  • Productinformatie
    Binding : Paperback
    Distributievorm : Boek (print, druk)
    Formaat : 170mm x 240mm
    Aantal pagina's : 391
    Uitgeverij : Dr. P.D. Spies (druk: Pumbo)
    ISBN : 9789463455442
    Datum publicatie : 02-2019
  • Inhoudsopgave
    Inleiding.
    Transcriptie.
    Naamregister.
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 18,95

niet beschikbaar

niet beschikbaar



3-4 werkdagen
Veilig betalen Logo
14 dagen bedenktermijn
Delen 

Fragment

Dit is een gedeelte uit de rechtszitting van oktober 1629:

#Overgifte#
Dirrick Jansen, woonende tot Oij, promisit aen jonckher Reijnoldt van Wijhe twee hondert ende twaelff gulden thien stuvers solvendo prima junii 1630, doch soo de schult langer stonde daervan interesse te geven tegens den penninck sestien, oock niet te bejaren noch te betalen, overgevende ex omnibus bonis tam praesentibus quam acquirentibus . Actum in iudicio den 28en octobris 1629.
#Petit copiam#

In den processe voor desen gerichte geïnstitueert bij Johan van Hattum in cas van injurie cleger eens- ende Anthonis Verhuet beclaechde anderdeels, gesien d' aenspraeck, andtwoordt, replicq ende duplicq mette bewijsstucken beijdersijts daerbij overgelevert, 't voorschreven gericht daerop gelet doende recht, condemneert den beclaechde, dat hij sal gehouden zijn van des clegers bij hem geledeerde eer 't sij schriftelick ofte gerichtelick behoorlicken reparatie te doen. Leggende daerneffens deselve in een amende van 70 goltgulden voor den armen ende in de costen van rechte tot taxatie ende moderatie des gerichts.
#Petit copiam#
#De beclaechde dese stante pede ter claronge beroepen#

Alsoo seeckere questie ende dispuit is ontstaen ende den gerichte voorgecommen tuschen d' armenmeijsters van Ingen eens- ende d' armenmeijsters van Maurijck anderdeels over de distrubutie van alsulcke 750 gulden, als Johanna van Hattum in haer leven bij seeckere dispositie aen den armen gemaeckt, 't voorschreven gericht gesien ende geëxamineert hebbende 't bescheijt bij parthijen respective overgelevert, ende daerop ende voorts op alles naer behooren gelet, verstaet dat het dardendeel der gedisponeerde gelden sijn sal ende behoort te commen ende verblijven tot profijt van de armen tot Ingen. De oncosten hierover gevallen leggende tot laste van de armenmeijsters van Maurijck.
#Petit copiam#

In de proceduir met pandonghe aengeheven bij Melchior de Roever aenlegger ter eenre ende Heijlwich van Hattum, weduwe van zaliger Derick Verhuedt, verweerdersche ter andere sijden, gesien d' aenspraeck ende den rentebrieff uut crachte van dewelcke wordt geageert ende 't andtwoordt van de verweerdersche ende gelet op den teneur van denselven rentebrieff, oock daerop nagesien 't placaet van den Landtschap in anno 1602 op de valeur van den gelde gemaeckt, wijsen die ridderschappen, dat de verweerdersche aen den eijscher de geëijschte renten mette costen van rechte sal opleggen ende betalen, te weten voor den keijsersgulden 1-6-10 vermogens 't voorschreven placaet.
#Anthonis Verhuet, volmachtich sijns moeders, verweerder dese ter claronge beroepen#

In sake van Roeloff Gerritsen aenlegger ter eenre de weduwe van zaliger Johan Hermansen, in sijn leven rentmeijster etc., verweerdersche ter andere zijden, gesien die peijndonge ende d' aenspraeck met de schultbrieff daermede wordt geageert, als oock 't andtwoordt van de verweerdersche wijsen die ridderschappen voor recht, dat de verweerdersche den aenlegger sal opleggen ende betalen vermogens d' aenspraeck.

Gesien d' aenspraeck bij Dirrick van Altena, als volmachtich van den weledelen heere Arndt Vijgh, Heer tot Soelen ende Ubbergen, amptman ende richter in Nederbetuwe, cleger op ende tegens Johan Lambertsen gedaen ende daertegens 't andtwoordt van den verweerder, 't gericht daerop gelet, doende recht, condemneert de verweerder ter cause dat hij sekere peerdt, hem bij de schutter affgeschut, sonder desselven consent weder gehaelt, in de amende van drie goltgulden, mitsgdaers in de costen van rechte.
#Petit copiam#

In saecke van jonckher Johan van Beijnhem cleger eens- ende Gerridt Jacobsen Roosdomp, Willem Roeloffsen timmerman, Jan Thijssen ende Willem Jansen in den Bulck beclaechden anderdeels, 't gericht gesien d' aenspraeck, andtwoordt, replicq ende duplicq mette respective bewijsstucken daerbij overgelevert ende daerop ende voorts op alles gelet, doende recht, ontseijt den eijscher sijnen eijsch ende conclusie daerbij genomen ende compenseert de costen om redenen.

Op d' aenspraeck van Johan Willemsen van Vincelaer eijscher ter eenre ende 't andtwoordt van Adriaen Cornelissen, getrout met Maria Jansdochter, verweerder ter andere zijden, gesien die pachtcedulle daermede wordt geageert, ende daerop ende voorts op beijderzijts proceduir gelet, wijsen die ridderschappen, dat de verweerder den eijscher sal opleggen ende betalen vermogens d' aenspraeck.
#Petit copiam#
#De verweerder naer d' oplesinge dese ter claronge beroepen#

In der saecke met pandonge aengeheven bij Hans Guertsen aenlegger ter eenre ende Adriaen Wttenweerdt verweerder ende excipiënt ter andere zijden, 't gericht gesien den eijsch ende d' exceptioneel andtwoordt ende daerop gelet, doende recht, verclaert den eijscher soo hij procedeert niet te sijn ontfanckelick. Condemnerende denselven in de costen tot taxatie ende moderatie des gerichts.

Tusschen dingtael van Cornelis de Kemp, agerende als cessie ende transport hebbende van Servaes Alartsen, eijscher eens- ende Marie Hendricksdochter, weduwe van Jan Fredricksen, verweerdersche anderdeels erkennen ende ordonneren die ridderschappen de verwerdersche met Servaes Alartsen tuschen dit ende Corsmis toecommende te rekenen ende wat deselve bij slot van rekeninge schuldich bevonden sal werden op te leggen ende te betalen mette costen van rechte.

In saecke van den weledelen heere Arndt Vijgh, Heer tot Soelen ende Ubbergen, amptman ende richter in Nederbetuwe, aenlegger ter eenre ende Jan de Kemp verweerder ter andere sijden, 't gericht gesien d' aenspraeck van den heer aenlegger ende d' conclusie daerbij genomen, ende daerop 't andtwoordt van den verweerder, doende recht, condemneert den verweerder in de amende van ses goltgulden uut oorsaecke, dat hij Cornelis de Kemp sijn broeder geturbeert heeft in sijn vercregen verwin van sekere landen op Maurijck liggende, daervan hij aenvanck ende possessie hadde genomen. Ende de heer amptman sal de verwinhebber mainteneren in sijn verwin naer landtrecht. Condemnerende dienvolgens de verweerder in de costen.
#Petit copiam# ×
SERVICE
Contact
 
Vragen