€ 3,95

PRINT boek

  € 24,75

ePUB ebook

niet beschikbaar

Meer van deze auteur


  • De Holocaust in de woorden van de nazi\'s zelf (boek)

  • De sage van Fridthjof en Ingeborg (boek)

De Holocaust in de woorden van de nazi's zelf

Ivar Verploegh • ebook • pdf

  • Samenvatting
    Citaten uit toespraken, dagboeken en geheime brieven van kopstukken als Hitler, Goebbels en Himmler. In chronologische volgorde, met 50 Duitse bronteksten.
  • Productinformatie
    Binding : PDF
    Auteur : Ivar Verploegh
    Bestandstype : PDF
    Distributievorm : Ebook (digitaal)
    Aantal pagina's : Afhankelijk van e-reader
    Beveiliging : Geen   Informatie 
    Uitgeverij : Hilding
    ISBN : Geen
    Datum publicatie : 06-2023
  • Inhoudsopgave
    Voorwoord 11
    De oorsprong van Holocaustontkenning 15
    Waarom dit boek? 16
    Belangrijke woorden 18
    Ausrottung & Vernichtung 18
    Jodendom en antisemitisme 20
    Ras 22
    Marxisme, fascisme, nationaalsocialisme 25
    Complottheorie 29
    Holocaustontkenning 32
    Functionalisten en intentionalisten 35
    Hoofdstuk 1: Schriftelijk bewijsmateriaal 41
    De dagboeken van Joseph Goebbels 42
    Rangorde van de nazi-kopstukken 45
    1920 47
    Hitler, toespraak Salzburg, augustus 1920 47
    1925 49
    Hitler, Mein Kampf, hoofdstuk 11 49
    Hitler, Mein Kampf, hoofdstuk 12 51
    1928 52
    Hitler, Zweites Buch, hoofdstuk 15 52
    1933 54
    Hitler, interviews en tafelgesprek, 1933 54
    1938 57
    Hitler, toespraak Neurenberg, 12 september 1938 57
    ESCALATIE: Kristallnacht, 9 november 1938 59
    Göring, verordening voor de Joden, 12 november 1938 62
    1939 65
    Hitler, toespraak Berlijn, 30 januari 1939 65
    Heydrich, instructies Einsatzgruppen, 21 september 1939 67
    1940 70
    Himmler, essay over het Oosten, 15 mei 1940 70
    1941 73
    Göring, brief aan Heydrich, juli 1941 73
    Hitler, tafelgesprek, 25 oktober 1941 74
    Wetzel, conceptbrief, 25 oktober 1941 76
    Goebbels, dagboek, 2 november 1941 79
    Goebbels, ‘Die Juden sind schuld!’, 16 november 1941 80
    Rosenberg, persconferentie, 18 november 1941 91
    Jäger, executie-rapport, 1 december 1941 92
    Goebbels, dagboek, 13 December 1941 95
    Frank, toespraak Krakau, 16 december 1941 96
    Himmler, notitie, 18 december 1941 97
    1942 98
    Heydrich, notulen Wannsee, 20 januari 1942 98
    Goebbels, dagboek, 14 februari 1942 100
    Goebbels, dagboek, 19 februari 1942 102
    Goebbels, dagboek, 6 maart 1942 103
    Goebbels, dagboek, 27 maart 1942 104
    Goebbels, dagboek, 29 april 1942 107
    Goebbels, dagboek, 30 mei 1942 109
    Geheimhoudingscontract, Lublin, 18 juli 1942 111
    Ley, toespraak, 13 september 1942 113
    Hofmann, toespraak, 30 september 1942 114
    Hitler, toespraak, 30 september 1942 115
    Goebbels, dagboek, 11 december 1942 117
    Kinna, rapport, 16 december 1942 118
    Himmler, ‘melding aan de Führer’, 29 december 1942 120
    1943 125
    Bischoff, 'Vergasungskeller', 29 januari 1943 125
    Goebbels, dagboek, 13 mei 1943 127
    Franke-Gricksch, omschrijving gaskamers, mei 1943 129
    Bormann, geheim bericht, 11 juli 1943 132
    Himmler, toespraak Posen, 4 oktober 1943 133
    1944 137
    Otto, pamflet voor de Wehrmacht, 1944 137
    1945 141
    Goebbels, dagboek, 15 maart 1945 141
    Hitlers testament, 29 april 1945 142
    Na de oorlog 144
    Getuigenis van Eichmann 144
    Getuigenis van Höttl 145
    Getuigenis van Höss 148
    Hoofdstuk 2: Waren het 6 miljoen Joden? 159
    Waarop is het getal gebaseerd? 159
    Migraties en deportaties geen verklaring 162
    Gaswagens 164
    De geheime brieven aan Walter Rauff 167
    Capaciteit van de crematoria 172
    Auschwitz: documentatie van het selectieproces 175
    Auschwitz: de dodenboeken 176
    Auschwitz: 4 miljoen doden? 179
    Het Prüfer telegram 180
    Waarom Zyklon B? 184
    Het Korherr rapport en Höfle telegram 187
    Zien de Joden 6 miljoen als een magisch getal? 192
    Hoofdstuk 3: Het Rode Kruis rapport 195
    Reacties van het IRK in ‘75, ‘76 en ‘78 196
    Hoofdstuk 4: Conclusie 201
    Bibliografie 205
    Hyperlinks 215
    Eerdere publicaties 216
    English translations 221
    1920 222
    1925 222
    1928 223
    1933 223
    1938 224
    1939 227
    1940 228
    1941 229
    1942 236
    1943 242
    1944 245
    1945 246
    Post-war 246
    Gas vans and crematoria 252
  • Reviews (0 uit 0 reviews)
    Wil je meer weten over hoe reviews worden verzameld? Lees onze uitleg hier.

€ 3,95

niet beschikbaar

direct, via download
Veilig betalen Logo
Delen 

Informatie
Herroepingsrecht is uitgesloten voor eBooks. Een download van een eBook of luisterboek is niet meer te herroepen op het moment dat u, na aanschaf van het e-book, de download heeft gestart.

Fragment

Holocaustontkenners geloven dat Hitler de Joden enkel wilde deporteren, bijvoorbeeld naar Brits Mandaat­gebied Palestina, naar Madagaskar of ergens voorbij het Oeral­gebergte, en dat de concentratiekampen enkel werden gebruikt voor dwangarbeid en verdere deportatie naar het Oosten. Wanneer Hitler, Goebbels en anderen het hadden over het uitroeien of vernietigen van het Joodse ras in Europa, dan doelden ze op deze grootschalige deportatie. Dus ja, zo stelt men, de Joden werden inderdaad vervolgd maar niet vergast en niet stelselmatig uitgemoord.

Hoewel er een kern van waarheid zit in dat narratief, aan­gezien de nationaalsocialisten vóór de oorlog inderdaad met dat soort plannen aan de slag waren gegaan, klopt het niet dat dit ook na het uitbreken van de oorlog nog als een realis­tische “oplossing voor het Jodenvraagstuk” werd gezien. Vooral na de oorlogs­verklaringen van Engeland en Frankrijk iin 1939, waardoor het Midden-Oosten en Afrika niet langer bereikbaar waren, en na het vastlopen van Operatie Barba­rossa in de winter van 1941, waardoor er geen vooruitzicht meer was op een doorgang naar Siberië. Bovendien wilde Hitler – vanwege het nationaal­socialis­tische ideaal van autarkie (eco­nomische onaf­han­ke­lijkheid) en geloof in de mythe van een krimpende markt – geen handel drijven met niet-geïndustrialiseerde gebieden, waardoor een tekort aan olie en voedsel ontstond. Hitlers oplossing voor dat probleem was oorlog met de Sovjet-Unie geweest, om zo de graan­velden van de Oekraïne en de olievelden van de Kaukasus in handen te krijgen, en bovendien heel veel Lebensraum (‘leefruimte’) voor het Duitse volk, maar dat mislukte.

Zodoende kreeg Duitsland te maken met een ernstig tekort aan grond­stoffen en voedsel. De nazi’s waren de hongerige magen van al die Joodse gevangenen daarom liever kwijt dan rijk (“De Joden zijn voor ons ook buitengewoon schadelijke vreters”, aldus Hans Frank op 16 december 1941). En dus werden de in de kampen arriverende Joden geselec­teerd op basis van hun nut als dwangarbeider. Wie nog nut had, bleef in leven, terwijl de rest werd vergast en gecremeerd, zoals Goebbels op 27 maart 1942 duidelijk laat doorschemeren in zijn dagboek:

“De Joden worden nu vanuit het Generaal-gouvernement [bezet Polen] naar het Oosten gedeporteerd, te beginnen bij Lublin. Hier wordt een vrij barbaars en niet nader te omschrijven proces toegepast, en van de Joden zelf blijft niet veel over. In het algemeen kan men stellen dat 60% van hen moet worden geliquideerd, terwijl slechts 40% aan het werk kan worden gezet. De voormalige gouwleider van Wenen, die deze actie uitvoert, doet dat met grote behoedzaamheid en met een procedure die niet te veel opvalt. De Joden krijgen een straf­oordeel uitgemeten dat barbaars is maar dat ze volledig verdienen. De profetie die de Führer aan hen gaf over het uitbreken van een nieuwe wereldoorlog begint op de meest verschrik­kelijke manier uit te komen. Je moet je in deze dingen niet laten leiden door senti­mentaliteit.”

Merk op hoe Goebbels het proces goedpraat. Hij ziet het net als andere nazi-woordvoerders als een rechtmatige straf die de Joden meer dan verdiend hebben.

Hitler zag de vergassingen zelfs als humaan, zoals blijkt uit zijn testament:

“Bovendien heb ik er niemand over in het onge­wisse gelaten dat als er weer miljoenen Arische Europe­anen verhongeren, miljoenen volwassen mannen sneuvelen en hon­derdduizenden vrouwen en kin­deren in de steden worden verbrand en gebom­bardeerd, dat deze keer ook de feitelijke dader zal boeten voor zijn schuld, zij het door meer humane middelen.”

Er is ook wel een begrijpelijke reden voor Hitlers mening dat het een “humaner middel” was, omdat de methodiek was voortgekomen uit een eerder euthanasieprogramma. Omdat de Joden bovendien niet wisten dat ze op het punt stonden om te worden vermoord, bleef het lijden relatief beperkt. Ik schrijf “relatief” omdat het feitelijk natuurlijk helemaal niet humaan was. Het was een afschuwelijke dood na jaren van afschuwe­lijke vervolging.

Zoals duidelijk wordt uit de citaten in dit boek heeft de Holocaust wel degelijk plaatsgevonden en was het einddoel van de uitvoerders ervan om de Joden volledig uit te roeien. Niet alleen in Europa maar wereldwijd, en niet alleen de gelovigen, communisten en superrijken maar iedereen met Joodse genen.

De complottheorie die aan Holocaustontkenning verbonden is, bestaat uit een aantal onderdelen. Afhankelijk van welke groe­pering de Holocaust ontkent (bijvoorbeeld neonazi’s, antizionisten1 etc.) worden bepaalde onderdelen meer of juist minder benadrukt.

Voor de neonazi’s is het complot bovenal een laster­campagne van de Joden en de geallieerde landen om de onschuldige Duitsers te demoniseren. Ten behoeve van die laster­campagne zouden er allerlei documenten zijn vervalst. Voor de antizionisten was het bovenal een complot om sympathie te vergaren teneinde de Israëlische staat te kunnen vestigen, en deze met behulp van herstelbetalingen (uit Duitsland) en rechtszaken (in Zwitserland) op te bouwen en verrijken. Tenslotte is er ook nog de theorie dat de geallieer­den de Holocaust hebben verzonnen of over­dreven om hun eigen oorlogs­misdaden te verdoezelen. Volgens veel Holo­caust­ontkenners was Hitler vreedzaam en waren juist de Britten, de Fransen, de Polen en de Joden uit op oorlog. Deze complot­theorieën zullen in dit boek nog enkele keren ter sprake komen.

Een ander belangrijk aspect van Holocaustontkenning draait om het aantal slachtoffers, in het bijzonder het aantal vermoorde Joden. Dat zouden er niet 6 miljoen zijn geweest maar slechts een paar honderdduizend. Bovendien waren de doden niet het gevolg van vergassing maar van ziekten als tyfus, dat in de kampen werd overgedragen door luizen, en ondervoeding, omdat de ‘werkkampen’ als gevolg van de Britse bombarde­menten niet adequaat bevoorraad konden worden.

Je kunt Holocaustontkenning op allerlei verschillende plek­ken tegenkomen. Uiteraard onder neonazi’s, voor wie het een fun­damenteel aspect van hun ideologie en strategie is gewor­den, onder rechtse jongeren, maar ook juist in linkse kringen, in de context van hun kritiek op hoe Israël omgaat met de Arabieren in de regio. Verder kun je het nog tegen­komen onder mensen die zichzelf vrijdenkers noemen, onder complotdenkers, in spirituele en esoterische kringen, en onder mensen die om wat voor reden dan ook, bijvoorbeeld gerelateerd aan het kolonia­lisme, een negatieve mening hebben over de Britten en hen er daarom van verdenken bij het anti-Duitse complot betrokken te zijn.

De Holocaust wordt door ontkenners een hoax beschouwd (bedrog) en zodoende ook wel de Holohoax genoemd. Ze stellen bovendien dat het ‘geloof’ in de Holocaust een nieuwe religie is geworden, mede vanwege de vele plechtige herden­kingen, en noemen het daarom Holocaustianity. In dit boek zal ik aantonen dat niet het officiële, academische Holocaust-narratief maar juist Holocaustontkenning door­spekt is van bedrog en religieus fanatisme.

De oorsprong van Holocaustontkenning

Hoewel er al in 1948 een Franstalig boek over was ge­publiceerd (Nuremberg ou la Terre promise, door Maurice Bardèche), en er ook in de jaren zestig een aantal boeken over waren geschreven, begon Holocaustontkenning pas een grote aanhang te krijgen vanaf midden jaren zeventig, dus 30 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog.

In 1978 werd het Institute for Historical Review (IHR) opgericht, een organisatie die nog steeds bestaat en tot 2002 de Journal of Historical Review publiceerde.

Er zijn twee belangrijke redenen waarom Holocaust­ont­kenning in de jaren tachtig relatief moeilijk te weerleggen was. Ten eerste bevonden meerdere van de concen­tratie­kampen, waar­onder het Auschwitz complex, zich in de Sovjet-Unie, waardoor ze na de oorlog vrijwel ontoegan­kelijk bleven voor westerse bezoekers en onderzoekers. Ten tweede waren de dagboeken van Joseph Goebbels en Heinrich Himmler, en een aantal andere belang­rijke documenten, nog niet in hun huidige vorm beschikbaar.

De toenemende etnische spanningen in de jaren zeventig en tachtig waren bovendien een rijke voedingsbodem voor neonazisme, antisemitisme en/of antizionisme, in zowel de westerse als de Arabische wereld, en daarmee ook een rijke voedingsbodem voor Holocaust­ontkenning.

Waarom dit boek?

Ik ben zelf enkele jaren een Holocaustontkenner geweest en het waren bovenal de citaten uit het dagboek van Joseph Goebbels die mij hebben overtuigd dat de Holocaust wel degelijk heeft plaatsgevonden zoals deze in geschiedenis­boeken wordt be­schreven. Na het lezen van die citaten viel mijn foutieve wereldbeeld als een kaartenhuis in elkaar. Het leek mij daarom een goed idee om deze citaten, samen met een aantal andere belangrijke documenten, in een hand­zaam formaat voor Nederlandse lezers beschikbaar te maken.

Het idee voor dit boek had ik al in 2019, direct na het lezen van de citaten en het voeren van enkele (zinloze) discussies. Maar ik besloot er pas werk van te maken toen er begin 2023 meerdere nieuwsartikelen werden gepubliceerd over het hoge aantal Holocaustontkenners in Nederland en de pro­blemen die leer­krachten ervaren bij het lesgeven over dit onderwerp. Ik denk dat dit boek door de focus op bron­teksten een nuttige aanvulling kan zijn op de Neder­landse boeken, websites en andere onderwijs­materialen die al wor­den gebruikt.

Mijn ervaring met Holocaustonderwijs is dat het veelal emotioneel wordt benaderd. Bijvoorbeeld door een kamp te bezoeken (vaak Westerbork of Auschwitz), Holocaust­over­leven­den in de klas uit te nodigen, oorlogsboeken te lezen of klassikaal een speelfilm als Schindler’s List te bekijken. Hoewel zo'n emotionele confrontatie met de Holo­caust zeker goed kan zijn voor de algemene ontwikkeling, is het niet het juiste startpunt als er reeds Holocaustontkenners in de klas zitten, en het bereidt de leerlingen ook niet voor op de Holocaustontkenning waar ze later mee in aanraking kun­nen komen.

Het bezoeken van een kampmuseum zou een uitstekende afsluiter van Holocaustonderwijs kunnen zijn. Maar willen we via het onderwijs een einde maken aan Holocaust­ontken­ning, dan zou de leerkracht de materie eigenlijk moeten behandelen alsof de hele klas uit actieve holocaust­ont­kenners bestond. Het onderwerp moet dan inhoudelijk behandeld worden, met bewijsmateriaal en een over­tui­gende argumentatie. Als onderdeel van zulk onderwijs kunnen de teksten in dit boek – of tenminste een aantal ervan – klassikaal worden doorgelezen. Wat hebben de leiders van het nazisme zélf over de Holocaust gezegd? Welke sporen zijn ze vergeten te wissen? Wat stond er in hun geheime brieven? Wat werd er naar de betrokken SS officieren gecommuniceerd? En wat zijn de implicaties van al dat schriftelijke bewijs­materiaal voor Holocaustontkenning?

Achterin dit boek staan Engelse vertalingen, zodat de bron­teksten ook besproken kunnen worden met bijvoorbeeld immigranten en internationale studenten. ×
SERVICE
Contact
 
Vragen